Narcis

Narcis

Narcissus (La)

algemene weetjes, leuke info

Het verhaal gaat dat de Narcis is vernoemd naar de Griekse mythologische figuur Narcissus, een jonge man die zo mooi was dat hij alle romantische voorstellen afwees –want die mensen waren niet mooi genoeg, vond hij, hij verdiende beter. Uiteindelijk werd hij verliefd op zijn eigen spiegelbeeld. Maar de Romeinse natuurschrijver Plinius de oudere zegt dat de Narcis Narcis heet omdat hij een bedwelmende geur zou hebben. In Grieks: ναρκάω narkao, ik word bedwelmd (narkao = narcose).

Dat zou je niet zeggen als je de grote Narcissen bekijkt, want de meeste hebben helemaal geen geur. Maar sommige Narcissen hebben dat wel, speciaal de kleinere. De bekendste Narcis met geur is de ‘Paper White’.

            • Technische info:

              Planttype: bol, voorjaarsbloeier

              Hoogte: 7,5 tot 60 cm, afhankelijk van de soort/cultivar.*

              Bloemkleur: wit, geel, soms met oranje randjes of kelken

              Bloem: Een buisje met daaromheen een krans van gekleurde blaadjes.*

              Bloeitijd: half februari tot half mei, afhankelijk van soort/cultivar*

              Bladtype: enkelvoudig, spits

              Bladkleur: groen

              Wintergroen: nvt

              Herfstkleur: nvt

              Standplaats: zonnig , kan in de halfschaduw*

              Bodem: Goed doorlatend. Verder alle gronden*

              Water: Kan niet tegen natte voeten. Water geven hoeft niet.

              Bemesten: Niet nodig

              Zeewind/zout: Kan niet tegen zout of zeewind

              Vorst: vorstbestendig

              Potplant: gaat heel goed, kan zelfs binnen*

              Eetbaar:  licht giftig

              Vermeerderen: Bij opgraven in juni nieuwe bollen er af halen*

              Aanplanten: augustus t/m oktober* Zie plantpagina.

              Snoeien: koppensnellen, geel blad afknippen in juni of bij opgraven van de plant*

            • Ziekten en plagen: vnl Zachtrot.*

uitgelicht

Hoogte, bloeikleur, bloem en bloeitijd:

Narcissen hebben voor het overgrote deel dezelfde vorm: een buisje met daaromheen 6 spitse blaadjes. Bij de grote Trompetnarcissen is het buisje lang (de Trompet). Bij de kleinere Narcissen kan het buisje heel kort zijn. In het laatste geval is het buisje vaak gevuld (foto). Er zijn wel 2000 verschillende cultivars.

De kleuren van Narcissen zijn meestal geel en wit, maar het buisje kan ook oranje zijn. Iedere bloem staat los op 1 steel, behalve bij de Tazetta en de Triandros Narcissen, die een trosje bloemen op een steeltje hebben (denk weer aan de Paperwhite).

De meeste Narcissen zijn gekweekte cultivars, maar er zijn ook enkele oorspronkelijke soorten; de Botanische Narcissen, zoals de cyclaam-narcissen en de vingerhoed narcis. Deze hebben vaak een geur. De Tazetta cultivars (Paperwhite!) hebben ook een geur.

Supergevulde bloemen zien er erg leuk uit op het pak, maar kunnen te zwaar worden voor de steel en omvallen. Je kunt ze steunen door het steeltje net onder de bloem los aan een stokje te binden, maar dat is (vind ik) erg onhandig.

Botanisch narcisje, 15 cm hoog.

De Botanische Narcissen bloeien van half februari tot half maart en zijn klein, maximaal 20 cm hoog. De kleine gekweekte Cultivars zoals de Tête á tête bloeien ook vroeg, maar de grote Trompetnarcissen bloeien doorgaans vanaf eind maart tot half mei. Dit is bij Narcissen sterk afhankelijk van het weer.


Op deze foto links genomen op 2e kerstdag in 2015 stonden de Trompetnarcissen in Amsterdam, die doorgaans met Pasen bloeien, met Kerstmis in bloei!

Standplaats, bodem en water:

Narcissen kunnen in de halfschaduw, maar bloeien het beste in de volle zon.
Narcissen stellen geen grote eisen aan de bodem, maar willen absoluut geen ‘natte voeten’.

Aanplanten, en vermeerderen:

Narcissen plant je in september en oktober. Je plant ze één keer en laat ze gewoon in de grond zitten. Ben je eind oktober alsnog vergeten je bollen te planten, dan kan het nog prima voor eind december, zolang het niet vriest.

Ik heb ze regelmatig nog in januari geplant. Het enige probleem daarmee is, dat ze het eerste jaar later en korter bloeien.

Narcissen maken extra bollen aan; wil je ze vermeerderen, haal ze na 4 tot 5 jaar uit de grond als het blad geel is geworden. Dat is doorgaans half juni. Maak de extra bollen los en plant ze meteen weer terug. Doe dat alleen als de grootte van de extra bol minimaal 1/3 van de hoofdbol is. Als de nieuwe bol te klein is, bloeit hij niet. Is de nieuwe bol nog klein, laat hem aan de hoofdbol zitten en plant het geheel gelijk weer terug.

 

Snoeien en maaien;

Koppensnellen: Als de bloemen zijn uitgebloeid, dan blijft de stempel over. Soms is die bevrucht en komt er zaad. Dat kun je laten gebeuren, maar dat put de bol wel uit. Beter is het om te gaan ‘koppensnellen’: zodra de bloem is uitgebloeid breek je de top af. Alle voedingsstoffen die de bladeren nog maken gaan nu niet naar het zaad, maar naar de bol. Daardoor krijg je een betere bolkwaliteit en kan de bol nog jaren mee.

Koppensnellen: In de gele cirkel zie je een bevruchte bloembodem van een uitgebloeide Narcissenbloem. Die wordt dik en gaat zaad maken. Niet goed voor de bol. Breek die dikke top af, ongeveer bij de rode streep.

Snoeien: Narcissen hoef je niet te snoeien. Als je loof (= blad) geel is, dan kan het worden afgeknipt, maar dat hoeft niet. Dat is meestal half juni.

Maaien: Staan de narcissen in een strook in het gazon, dan kan vanaf half juni die strook gewoon meegemaaid worden.

Ziekten en plagen:

Narcissen zijn doorgaans gezond. Let er wel op dat de bollen stevig zijn als je ze plant. Als de bollen uitgedroogd zijn, gaan ze misschien wel groeien, maar niet bloeien. Bollen die niet stevig zijn kunnen ‘zachtrot’ hebben. Die bollen gaan dood, maar kunnen ook andere bollen besmetten. Plant bollen die niet kerngezond zijn niet en gooi ze weg.

Geen bloemen:

Als bollen te klein zijn bij het planten, geven ze geen bloemen. Het kan ook zijn dat de narcissen toch teveel in de schaduw staan. Als je vergeten bent om het jaar ervoor te koppensnellen, dan kan het zijn dat de bol teveel energie heeft verloren doordat er zaad is geproduceerd. Volgend jaar beter in dat geval.

Wat speciaal bij Trompetnarcissen gebeurt, is dat die na zeg 5 jaar slechter gaan bloeien. Omdat de nieuwe bol aan de onderkant van de oude groeit, werken ze zichzelf uiteindelijk dieper de grond in. Het helpt in dit geval om in juni, als het blad geel wordt, de bollen uit de grond te halen en deze opnieuw te planten. Plant Narcissen dus niet te diep; zij zijn daar blijkbaar gevoelig voor.