Wie wat bewaart, heeft wat. En ik heb er nog een paar: Koffievragen! Het is weer mooi tijd om er een te beantwoorden. De koffievraag van deze week is er eentje die met tuininrichten te maken heeft. Komt-ie:

“Hi Els, kijk zo’n soort tuin wil ik wel! We hebben er de ruimte voor. Die prachtige witte roosjes, die heb ik. Voor het overige probeer ik al jaren de rest ook zo te krijgen maar het lukt niet en wat ik vooral zo moeilijk vind is om het seizoen rond wat kleurigs in de tuin te hebben. Ook plantafstanden vind ik lastig ( mijn man heeft zoiets van alles ver uit elkaar want het gaat wel groeien 🙂 – jaja, vooral veel onkruid op alle lege plekken.-)”

Tja. Tuininrichten. Het is een van de moeilijkste dingen bij tuinieren die er is. Want je moet met zoveel dingen rekening houden. Je kunt wel allerlei leuke planten kopen en die in de tuin zetten, maar dat maakt het nog geen leuk geheel! Als je iedereen een hand zou moeten geven die hiermee worstelt, maak dan je buik maar nat. In mijn omgeving kan ik er zonder moeite 10 opnoemen en daar zitten de GGF vragenstellers niet eens bij.

Zelfs professionals hebben er soms moeite mee. Ik las in het Royal Horticultural Society tijdschrift (toepasselijk The Garden genoemd) een leuk verhaal van een beroemd tuinontwerper die voor de allergrootste ontwerpuitdaging in zijn hele leven stond –zo zei hij het zelf: Zijn eigen tuin.

Hoe hij welke planten voor welk effect kon inzetten, daar draaide hij zijn hand niet voor om. Dat het een halfschaduwtuin was – eitje. Maar het KIEZEN welke planten hij nou wel en vooral welke hij niet in de tuin ging zetten –tja. ‘Er staan te veel planten in’, zei hij. ‘Maar ik laat het zo, want het ziet er toch leuk uit en ik ben er zeer gelukkig in. En later zien we wel weer.’

Ga ik jou dan ook hier uitleggen welke planten je moet kiezen om dat effect te krijgen en hoe je die kunt kiezen zo dat je het hele jaar door iets leuks in de tuin hebt? Nee. Dan heb ik aan een blog niet genoeg. Aan twee ook niet. En zelfs aan vijf niet. Dan zou het een cursus worden. En dat ga ik niet doen, want wij hebben die cursus. Onze nieuwe cursus Zelf je eigen tuin klimaatvriendelijk en natuurvriendelijk inrichten.

Maar waar ik wel even op inga is de laatste zin, over de plantafstanden. Want je bent echt niet de enige. Daarom beginnen kwekers langzamerhand ook plantafstanden bij hun planten te geven. Ja, niet letterlijk! Ze verwachten dat je slim genoeg bent om uit te vogelen wat je daarmee aan moet. Zij geven het aantal planten per m2. Daar heb je niks aan als je 1 plant in de tuin zet, maar wel als je een vak wil vullen met dezelfde planten.

Soms staat er 1 getal, maar vaker nog staan er twee. Bijvoorbeeld – ik noem maar een zijstraat – 10 tot 15 per m2. En dat is precies om de reden die jij ook al zo plastisch in je koffievraag verwoordde: Als je veel wil schoffelen dan kun je met 10 planten per m2 toe, maar bedenk je dat schoffelen ook tijd en dus geld kost, dan is het handiger om 15 planten op diezelfde m2 te planten. Soms betekent dat, dat je je planten moet herschikken als ze groter geworden zijn. Maar net zovaak vormen ze dan een dichte massa, waartussen je niet eens meer kunt schoffelen, ook al zou je dat willen. En het onkruid? Soms lukt dat nog wel om zich ertussen te wurmen, maar dan alleen bij een enkele doorzetter. Dus inderdaad, dicht op elkaar planten scheelt toch weer werk.

Snap je hoe het moet met dat aantal planten op de vierkante meter, maar blijven die plantencombinaties toch lastig? Die kun je leren bij onze cursus ‘Zelf je eigen tuin klimaatvriendelijk en natuurvriendelijk inrichten’. In september start er weer een nieuwe sessie.