Herfstkleuren zijn fascinerend

Herfstkleuren

Ach, wat is het toch prachtig. Als ik mijn rondjes maak door de buurt schittert de ene na de andere vlammende struik me tegemoet. Het is eind oktober en het is herfst. En ik geniet.

Als de zon op de bladeren staat of, nog mooier, door de bladeren heen schijnt, lijkt het alsof die zelf licht geven. O jongens, daar kan ik geen genoeg van krijgen. Vooral nu de extreme regen van de zomer op is gehouden en de zon al een tijdje elke dag schijnt.

Het rustige weer zorgt er voor dat de bladeren langer aan de bomen blijven hangen. Dat maakt weer dat ik langer kan genieten, maar ook dat ik kan zien hoe die herfstkleuren veranderen. Want dat is het mooie: de bomen en struiken zijn niet van de ene dag op de andere rood en geel. Nee, dat gaat heel geleidelijk. Dat had ik in het begin niet in de gaten. Plotseling viel het me op dat de bomen rood en geel waren geworden.

Maar nu ik me het schompus fotografeer voor Growing Green Fingers, ga ik beter kijken naar welke dingen ik nog op de foto kan zetten. En dus beter om me heen kijken. Zo ga ik dan eind september mijn huis uit en zie dat er opeens 3 knalrode bladeren tussen de paarse bladertooi van de Japanse Esdoorn van de overburen zitten. Een week later zijn dat er opeens zes. Weer een week later is de halve boom rood.

In de Parsonage Gardens zie ik dan dat de Kardinaalsmuts een paar roze bladeren heeft gekregen. Maar de Lindes en de Ginkgo staan nog lekker groen in het blad, alsof het nog volop zomer is. Als ik naar ze kijk heb ik het gevoel dat ze hun schouders naar me ophalen: “Herfst? Hoe bedoel je, herfst? IK heb nergens last van!” Alleen het blad van de Moerbeiboom lijkt een beetje fletser dan anders.

In mijn buurtje in Amsterdam gaat dat precies hetzelfde. Begin oktober stonden de Wilde en de Oosterse Wingerd pontificaal rood te wezen. De Ginkgo en de Vijg gaven toen ook hier geen krimp en alle blad zat nog aan mijn Perenboom. In het park verderop stonden wel al twee rijen Sierkersen oranjerood te vlammen.

De Sierkersen zijn inmiddels kaal en ook de Wingerds hebben bijna al hun blad laten vallen. Maar nu zie ik iedere dag de Ginkgo een stukje geler worden. De Vijg lijkt zich op het hoofd te krabben en te denken: “Oké, oké, misschien moet ik me toch maar een beetje gaan voorbereiden op de winter”. En daar verschijnen de eerste gele bladeren.

Dus de herfstkleuren duren langer dan een week of twee en als je een beetje oplet met wat je in je tuin zet kun je dat zelf binnen vanuit je luie stoel beleven. Daar hoef je niet per sé bomen voor neer te zetten. De Euonymus alata, een struik, kleurt fantastisch, zelfs in de halfschaduw. Ook de Sneeuwbal Viburnum opulus Sterile heeft een hele mooie rode herfstkleur. En de Ginkgo kan heel oud worden als Bonsaiboom, dus die kun je goed als struik houden. Moet je wel elk jaar snoeien natuurlijk, dat dan weer wel.

Maar waarom zou je je beperken tot je tuin? Mijn vader maakte vroeger graag ommetjes op zondag. Tuintjes kijken. En ik doe het nu ook. In het begin was het even eng, maar ik bleek me voor niets zorgen te maken. Want stel, je ziet iemand die foto’s lijkt te maken van je tuin. Of is het van je huis? Inbrekers? En je gaat even een praatje maken om te zien hoe de vork in de steel zit. En die iemand zegt tegen jou dat ze zo genieten van die mooie Fluweelboom in jouw tuin. Zeg nou zelf, dan voel je je toch gestreeld? Nou, andere mensen dus ook. Dus gewoon doen.

O, en die Fluweelboom? Prachtige herfstkleuren. Prachtig!

 

P.s.: Het helpt natuurlijk dat de gemiddelde inbreker geen flauw benul heeft van tuinen.

 

Ik zou het leuk vinden als dit blog je heeft geïnspireerd. Zou je dat met mij willen delen?

Geniet je van mijn tuinverhalen en wil je ze iedere week gratis in je mailbox ontvangen?
Druk dan op de knop hieronder, zo simpel is het.

Facebook
Pinterest

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *