Ha! Het is koud en nat, maar het is half februari en dus komt de hamvraag:
Zal ik al beginnen met maaien, ja dan nee. Of: Zucht, ik moet vast al beginnen met maaien.
Als je de tot de zuchters hoort, dan zou het me niets verbazen als er af en toe het volgende zinnetje door je hoofd flitst: Zou ik toch maar geen kunstgras nemen?
Tjsa. Kunstgras. Ik vond (en vind) het maar niks. Ik kon me niet voorstellen dat het voordelen had. Maar nu ben ik in de gelegenheid de voor- en de nadelen redelijk te vergelijken.
Onze buren hebben kunstgras. En ze hoeven dan ook nooit meer te maaien. Dus dat is een voordeel. Niet iedere week je maaimachine uit het schuurtje halen, het gras maaien, het gras afvoeren en in de biobak doen. En de maaimachine weer terug in het schuurtje zetten.
Hun tuin is de zoete inval voor de kinderen uit de buurt, met een glijbaan en een trampoline. En kinderen begrijpen echt niet waarom je zo moeilijk doet over buiten spelen in de regen. Dat is toch leuk? 6 keer van de glijbaan af als die nat is? En dat met 10 kinderen, het hele weekend lang? En als het pijpenstelen regent, dan is het juist spannend! Kijken hoe lang we het vol kunnen houden en hoeveel keer we van de glijbaan af kunnen.
In zo’n geval heeft kunstgras een groot voordeel. Je loopt het niet stuk. Je krijgt geen kale plekken die je weer moet inzaaien. En daarna 6 weken lang niet mag belopen of maaien. Zie je het voor je, met jonge kinderen? ‘Ben je nou weer op het gras? Hoe vaak heb ik je niet gezegd dat je de eerste 6 weken niet op het gras mag lopen!’ ‘Ja maar, papa en mama, we hebben paasvakantie! We willen buiten spelen!’
Mijn buren hebben geen professioneel kunstgras. Eerder een Gamma-kunstgrasmatje. Je ziet van 10 kilometer afstand al dat het niet echt is. Maar dat heeft als voordeel dat de kinderen niet van die schaafwonden hebben die die profvoetballers op hun professionele kunstgras oplopen. Die profvoetballers zijn om die reden al geen liefhebber van kunstgras. Plus, het voetbalt op kunstgras weer heel anders dan op echt gras en slidings en tackles gaan ook heel anders. Dus die moet je oefenen. Met de bijbehorende schaafwonden. Au.
Het Gamma-tapijtje van mijn buren is zacht en dat uitglijden valt erg mee. Dat kan ik namelijk goed horen, als de kinderen uitglijden, want dan gaat ‘de sirene’ aan. En die hoor ik bijna nooit.
Ander voordeel: ze hoeven nooit kantjes te knippen. Het enige wat ze moeten doen, is het regelmatig aanvegen. Net als een tapijt. Misschien zou stofzuigen ook een idee zijn, maar ik weet niet of dat kan, met zo’n Gamma-kunstgrastapijtje. Zie je het voor je? ‘Wat ga je doen?’ ‘Ik ga even het gazon stofzuigen.’
Maar ja. Het is wel plastic. En net als een gewoon grasveld heeft een kunstgrasveld niet het eeuwige leven. Misschien kun je het wel stofzuigen, maar dweilen gaat niet lukken. Inzaaien lukt ook niet. Dus op een gegeven moment is het op. En komt het kunstgrasveld de plasticberg nog groter maken.
Er is nog iets anders wat me opvalt. De kinderen laten regelmatig ballen over de schutting vallen, die ze dan in mijn tuin weer moeten zoeken. Dat doen ze met name in het voorjaar, ook al spelen ze in de winter ook elke dag buiten (als het niet regent). En lang dat ze over dat zoeken doen! Zelfs als de fel gekleurde bal vlak voor hun neus ligt, zien ze hem niet. Expres. Want ze vinden mijn tuin ge-wel-dig. De struiken, met heel veel vogeltjes en een enkele eekhoorn, en mijn echte grasveld. Met madeliefjes. Daar kun je zulke leuke boeketjes van plukken en kettingen van maken. En dat kun je op dat kunstgras niet. Je kunt echt merken dat ze dat missen, die natuurlijke omgeving.
En ik krijg vogels. Vogels die in het voorjaar het mos uit mijn tuin plukken om hun nest mee te bekleden, zodat de jonge vogeltjes zacht liggen. Die in de zomer de zaadjes uit mijn onkruid opeten. Of het graszaad, als ik een paar weken niet gemaaid heb. Heerlijk vinden ze het. Ik krijg ook eekhoorns en regelmatig een vosje. Die krijgen mijn buren niet. In hun tuin, met dat kunstgras, hebben al die beesten niks te zoeken.
Nee. Ik snap helemaal dat de buren kunstgras hebben. In hun plaats zou ik het misschien ook wel doen.
Maar ik blijf lekker mijn echte gazon houden. Dan maar een beetje wild. Dan maar maaien. En dan maar af en toe kantjes knippen en doorzaaien. Is ook goed voor mijn beweging en de frisse lucht.
Gazononderhoud is sinds nu ook onderdeel van onze Interactieve Tuinkalender.