Ik heb paddenstoelen, is dat wel goed?

Vliegenzwam

Oktober en november zijn de maanden van de herfstkleuren, maar dat niet alleen. Het zijn ook de maanden van de paddenstoelen.

Nou ben ik een beetje een paddenstoelengek. Een beetje maar, hoor. Maar ik hou me er al wel heel lang mee bezig. Eigenlijk vanaf mijn 12e jaar, toen mijn vader mij een Sponszwam aanwees in de buitensingel van de volkstuin. Daarna heb ik nooit meer een Sponszwam op de volkstuin gezien, maar ik was verkocht.

Toen ik biologie studeerde ging er een wereld voor mij open.Ik leerde daar dat schimmels geen planten zijn, wat ik altijd dacht. Het zijn ook geen dieren. Ze vormen een eigen groep en die heet, je raadt het al: schimmels (in het Wetenschappelijks: Fungi). De paddenstoel zelf is eigenlijk een soort ‘bloemstengel’ van de echte schimmel. Die echte schimmel is eigenlijk niets anders dan een groot web van flinterdunne draden in de bodem.

Wat ik had geleerd in de tijd dat de schimmels nog ‘planten’ heetten, was dat je bij de schimmels ‘parasieten’ had en ‘saprofyten’. De ‘saprofyten’ braken dood weefsel af, maar de ‘parasieten’, Oh, Oh, Oh! Die maakten levende wezens dood. De Dennenmoorder was berucht, maar ook de Honingzwam en de Paarse Korstzwam waren gevreesd. Alleen bleek dit idee over schimmels veel te simpel. Héél veel te simpel. De Vliegenzwam bijvoorbeeld, die mooie rooie paddenstoel met die witte stippen, dat bleek helemaal geen ‘saprofyt’ te zijn. Hij doet iets heel anders.

Een deel van zijn schimmeldraden groeit naar boomwortels toe en fluistert “hé, psst! Samenwerken? Ik van jou suikers en jij van mij mineralen? En wat water over en weer?”. “Goed idee”, zegt de boom, “kom maar”.

En zo groeit een deel van die schimmeldraden rond en half in de wortels. De schimmels kunnen zelf geen suikers maken en hebben de boom dus hard nodig, en de boom hoeft niet zoveel wortels te maken om nieuwe mineralen te zoeken. Als het droog is helpt de schimmel de boom weer om water te krijgen. Win-Win. Geen ‘saprofyt’ dus, maar een mycorrhyza-schimmel.

Het grootste deel van de ‘saprofyten’ die op de bodem groeit blijken mycorrhizaschimmels te zijn. Sommige daarvan zijn kieskeurig, zoals die Vliegenzwam. Die wil alleen maar samenwerken met Berken en Dennen. Als je hem wil zien, moet je dus daar gaan kijken: onder Beuken kun je lang zoeken.

Moet je je zorgen maken als je een paddenstoel in je tuin vindt? Nee, eigenlijk niet. Eigenlijk is dat juist heel goed. Moet je je zorgen maken als je er geen een vindt? Nee, eigenlijk ook niet. Want de boom (en de struik ook) is een beetje een gluiperd. Op kleibodems bijvoorbeeld, zeker in Nederland, zit het met de watervoorziening en de mineralen wel goed. Daarom zie je daar niet zo veel mycorrhizaschimmels, want de boom vindt dan al dat leveren van de suikers te duur voor wat hij ervoor krijgt. Hij kan het zelf wel, vindt hij. Dus zegt hij niet “Goed idee”. Hij houdt de wortelpoorten potdicht. Ook als je je tuin flink ‘gevoed’ hebt, heeft je boom die schimmels niet zo nodig. Denkt hij.

Alleen: Als het opeens lang droog is, dan kan die eigenwijze boom geen gebruik maken van het netwerk van schimmeldraden van die mycorrhiza’s, dat soms van heel ver water kan halen. Oepsie! Voor de tuinbezitter wordt dat dus water geven. Of boompie dood. Toch een beetje zonde.

Het is best leuk om te zoeken naar paddenstoelen in je tuin. Op restjes hout die al een tijdje buiten liggen kun je vaak de echte saprofyten vinden, die het hout afbreken. Zoals het Elfenbankje of de Kaaszwam. Die zijn makkelijk te zien, maar er zijn veel paddenstoelen die ongeveer dezelfde kleur hebben als bladeren. Zoals de Gewone glimmerinktzwam. Het is me vaak gebeurd dat ik gedachtenloos ergens heen keek en opeens besefte: Verrek! Ik sta naar een groepje gewone glimmerinktzwammen te kijken!.

Er zijn ook paddenstoelen waar je je wèl zorgen over moet maken. Daar schrijf ik een andere keer een blog over.

Wacht overigens niet te lang met naar buiten gaan om paddenstoelen te kijken. Het is al een beetje laat, een goede tijd is in oktober, maar je kunt nog wel wat zien. Alleen: de paddenstoelen kunnen niet tegen vorst. Dus als het vriest zijn ze weer weg.

Ik zou het leuk vinden als dit blog je heeft geïnspireerd. Zou je dat met mij willen delen?

Geniet je van mijn tuinverhalen en wil je ze iedere week gratis in je mailbox ontvangen?
Druk dan op de knop hieronder, zo simpel is het.

Facebook
Pinterest

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *