Wat is het toch een mooi woord, kruiden. Het kan zoveel betekenen. Tegenwoordig denk je bij kruiden al snel aan keukenkruiden, maar het woord is veel ouder. Eigenlijk betekent het gewoon ‘plant’. En dan zijn er dus lieden die denken: kruiden in de tuin? Ja, dat haalt je de koekoek! Kruid is een ander woord voor plant en zonder planten is een tuin geen tuin. Ze hebben natuurlijk helemaal gelijk, die lieden. En onkruid, dat zijn dan on-planten. Slechte planten. Planten met snode bedoelingen, die je tuin overnemen zodat je je leuke bloemen niet meer kan zien.
Maar dat is lang geleden en daar gaat dit blog dus vandaag niet over. Nee, dit blog gaat over keukenkruiden. Had ik dat niet meteen kunnen zeggen? Nou, nu heb ik er 100 woorden bij en bovendien heb je iets gelezen dat je hopelijk nog niet wist. Want keukenkruiden zijn dus gewoon planten. Hier stoppen we ze in de salade en de soep en zo.
Dus kruiden zijn ook gewoon planten, net als al die andere, alleen met een lekkere smaak. Je kunt ze op je vensterbank kweken. Op je balkon. Of in je tuin.
En –schokkend, schokkend – dat hóeft niet eens in je kruidentuin. Want, zoals gezegd, kruiden zijn planten. En die passen best tussen je andere planten, in je border bijvoorbeeld. Want sommige zijn hartstikke mooi.
1) Bieslook
Neem nou bieslook. Die sprieten die je in de supermarkt koopt voor in de tomatensoep of in de ei-bieslooksalade. Heb je die wel eens in de tuin gezet? Moet je eens doen. Eind april, begin mei bloeit die met prachtige roze bolletjes bloemen. Die zijn zo mooi, dat je ze gewoon in een vaasje wil zetten. En dat kun je ook gewoon doen. Ze gaan niet zo heel lang mee, maar een paar dagen toch zeker.
Ik neem aan dat ik dit niet uit hoef te leggen, maar ik zeg het toch maar even voor de zekerheid: die sprieten in die zakjes, die kun je niet in je tuin zetten. Want die hebben geen wortels. Zo’n bieslookplantje in zo’n potje kun je weer wel goed in je tuin zetten. Want dat heeft wel wortels. De slakken vinden het niet lekker. De plant groeit wel, maar niet al te fanatiek, dus je hoeft niet bang te zijn voor woekeren. Dat is dan weer mooi meegenomen.
2) Salie
Een andere schoonheid in de tuin is salie. En dan niet die ‘Hot Lips’ of andere cultivars met felgekleurde bloemen, nee, de tuinplant Salvia officinalis. Die bloeit iets later, meer eind juni, met paarsachtige bloemen. Ze zijn niet zo opvallend als die van de bieslook, maar gewoon mooi. Het is eigenlijk een laag struikje, net als zijn felgekleurde neven. Die plant moet je wel af en toe binnen de perken houden, dus een keertje kleiner maken met de snoeischaar. Gelukkig groeit hij niet al te snel, dus dat hoeft niet ieder jaar.
Bovengenoemde planten zijn ‘vaste planten’. Ze gaan dus niet elk jaar dood en je hoeft dus niet ieder jaar een nieuwe te kopen. Maar in de winter verdwijnen hun bladeren. Met name in november, december, januari , februari en maart, kun je hiervan niet oogsten als ze in je tuin staan. Bieslook kun je invriezen, salie misschien ook (hoewel ik dat nooit geprobeerd heb). Het smaakt alleen niet zo lekker als vers uit de tuin.
3) Lavas en 4) selderij
Andere vaste-planten-kruiden zijn lavas oftewel maggiplant en selderij. Selderij gedraagt zich in de tuin prima, wordt niet te groot en gaat niet door je tuin zwerven. Selderij bloeit met onopvallende gele bloemetjes. Ik vind de bladeren er mooier uit zien dan de bloemen, maar ieder zijn smaak.
Lavas of maggiplant is spectaculair. Die wordt groot! Zeker anderhalve meter. En de gele samengestelde bloem is opvallend, door zijn grootte. Het is niet echt snijbloemenmateriaal, maar je kunt hem in de vaas zetten. De maggiplant is wel groot, is alleen vervelend als je hem voor een andere plant zet, want dan kun je die andere plant niet meer zien. Hij woekert niet.
Wandelende planten: 5) oregano en 6) munt
Dan heb je nog twee andere vaste kruidenplanten die het goed doen in de tuin, namelijk oregano en munt. Oregano bloeit de hele zomer met onopvallende roze bloemetjes. Het is een lage plant, die het goed doet aan b.v. de rand van de border. Je komt er vanzelf achter of je hem op de juiste plek hebt gezet of niet, want als hij niet op de juiste plek staat, gaat hij wandelen. Bij mij in de tuin heeft hij de halve tuin al gehad. Hij zoekt gewoon de zonnigste plek op. Maar het is een beetje een rare gewaarwording, dat wandelen. Je denkt: “Wat is dat nou voor plantje? Is dat onkruid? Maar het lijkt wel oregano. Even kijken of die plant hetzelfde is als de plant die ik geplant heb. Maar….waar is de oregano nou gebleven? Die had ik toch echt hier geplant!” Je kunt natuurlijk even ruiken, maar als hij gaat bloeien, dan weet je: Het is echt oregano. De plant is gaan wandelen. Ik heb daar geen moeite mee, maar ik kan me zo voorstellen dat je dat wel hebt, als je die plant hier wil hebben en niet dáár .
De andere wandelende vaste plant is munt. Ook best een mooie plant, maar rustig in een bolletje groeien is er na het eerste jaar niet meer bij. Deze plant lijkt wel verstoppertje te spelen: ”Joehoe! Moet je eens kijken of jij kan vinden waar ik nou weer groei!”. Het is dat je er van die lekkere thee van kunt maken, maar anders….Hij heeft wel leuke bloemetjes. Het is alleen wat minder leuk als hij plotseling tussen je randje lavendelplanten door piept, want hij zit met enorm sterke wortels vast en je krijgt hem niet makkelijk weg.
7) Basilicum
De laatste plant waar ik wat over wil zeggen is basilicum. Dat is best een mooie plant, maar in de tuin is het een wat lastiger klant. Hij wil èn veel zon èn ruim water, en vind maar eens een plekje dat daaraan voldoet. Maar hij wil ook niet met zijn voeten in het water. Dus op een natte plek in de tuin is geen optie. Kortom, een plant waar je aandacht aan moet schenken en die al vrij snel een gieter water nodig heeft. En dan moet je net mij hebben: ik heb zoveel dingen tegelijk in mijn hoofd, dat het extra water geven van de basilicum er nogal eens bij in schiet. Dan heb ik het nodig voor de Insalate Caprese en dan hangt het weer slap. Het is dat basilicum zo’n heerlijke smaak heeft….helaas vinden de slakken dat ook. Basilicum wordt niet altìjd opgegeten, maar ik heb toch wel een paar keer gehad dat er alleen nog maar een paar stompjes stonden.
Basilicum is geen vaste plant, maar moet je ieder jaar opnieuw zaaien. Dat zou ik dus binnen doen en niet rechtstreeks op de grond in de tuin. Je ziet niks opkomen en je denkt dat je zaad niet goed was, maar de slakken hebben ’s nachts een feestje gehad. Een plantje kopen bij de supermarkt en dat planten, dat kan ook. Moet je wel een groot plantje planten. Grotere planten krijgen onze slijmerige vrienden niet zo makkelijk weg.
Er zijn nog meer kruiden die je gewoon als bloemen in je tuin kunt kweken. Rozemarijn, bijvoorbeeld.
Maar ik stop nu, anders wordt het blog wel erg lang. Tot volgende week!
Ik zou het leuk vinden als dit blog je heeft geïnspireerd. Zou je dat met mij willen delen?
Kun je wel wat hulp gebruiken bij natuurlijk tuinieren?
Wil je meer weten over de planten en dieren in jouw tuin?
Wij helpen je hier graag bij.
Wl je een keertje meedoen met ons webinar Snoeien?
Geef je dan nu op met onderstaande link.
>>link naar de inschrijf pagina voor ons webinar snoeien>>
Wil je nog een stapje verder gaan en wil je graag weten wannéér je wat doet in jouw eigen tuin en ook hoé je het moet doen? Dan kun je je opgeven voor onze interactieve persoonlijke tuinkalender.
>>Als je hier meer van wilt weten dan kun je dat hier lezen>>