Veel mensen met een tuin hebben het volgende. In de perken (of de borders of hoe je ze maar wil noemen) rond het gazon staan struiken, liefst diegene met zo weinig mogelijk onderhoud. Struiken die prachtig bloeien in het voorjaar. Soms nog een of twee die ook in de winter bloeien. Allemaal heel mooi!
Maar dan wordt het juli en dan houdt het op. Dan wordt de tuin groen. Verschillende kleuren groen, maar groen. Niet echt opwindend. Dat is het nadeel van voorjaarsbloeiende struiken. In het voorjaar de ene na de andere uitbundige bloemenpracht. Maar daarna alleen maar groen. Ook best mooi, maar toch stiekem een beetje saai…
Daar is wat aan te doen, met eenjarige planten. Een geweldige uitvinding, al zeg ik het zelf. Je gaat naar de lokale leverancier en koopt gewoon wat je op dat moment mooi vindt. Let wel even op of het eenjarige planten zijn, er zijn ook een hoop vaste planten met mooie kleuren. Die mag je natuurlijk ook kopen, maar daar gaat dit blog niet over.
Die eenjarige planten koop je in het voorjaar – nu bijvoorbeeld, maar later kan ook, zelfs nog in de zomer – en die plant je gewoon waar je maar wil, als het maar een beetje zonnig is (wel de eerste week water geven!). Ik had in mijn oude tuin een speciaal plekje voor eenjarige planten. Ze bloeien met volle kleuren, precies zoals je ze hebt uitgekozen. Aan het einde van de zomer gaan ze dood. En dat is fantastisch om twee redenen. Allereerst: Mocht een plantensoort toch tegenvallen in je tuin, dan raak je hem in de herfst gewoon kwijt en kun je het jaar erop gewoon iets anders neerzetten. Zonder dat je gezonde planten hoeft weg te gooien. Ten tweede: je kunt de volgende zomer andere kleuren gebruiken. Zo kun je elk jaar je tuin er iets anders uit laten zien, zonder dat je gelijk je hele tuin overhoop hoeft te gooien. Heerlijk.
Het is ook fantastisch spul voor als je voor de kinderen kleine stukjes ‘eigen tuin’ hebt gemaakt. Kinderen geven niet zo veel om tuinconcepten. Als het maar bloeit. En dat doen eenjarige planten.
Het zijn ook geweldige planten voor een nieuwe tuin. Mijn vader vertelde me eens een mooi verhaal. Een van zijn kennissen had een nieuwbouwhuis betrokken, met een vrij kleine, uiteraard nog helemaal kale tuin en vroeg hem de tuin aan te leggen. Maar dat was eind mei. Niet bepaald het makkelijkste plantseizoen. Bovendien wisten die kennissen nog niet precies wat ze wilden, behalve dan een terras en een grasveldje om bij mooi weer op te kunnen liggen. Dus wat deed mijn vader: Hij spitte de tuin om (altijd een goed idee bij nieuw aan te leggen tuinen, overigens) legde het terras en het gazon aan, zette alvast enkele kleine sprietjes van struiken neer en plantte de rest van de tuin vol met eenjarige zomerbloeiers.
De hele buurt was stikjaloers. Want de tuin van de kennissen stond de hele zomer rijk te bloeien, terwijl de in rest van de tuinen in de buurt doorgaans enkele sprieten van jonge struikjes stonden, met hier en daar een bloemetje. Regelmatig kregen ze buurtgenoten aan de deur: Hoe kon het toch dat zij zo’n mooi bloeiende tuin hadden? Wat moest je daarvoor doen?
Aan het einde van het seizoen wisten de kennissen wel wat ze wilden en kon mijn vader de rest van de struiken en vaste planten neerzetten. Veel vaste planten bloeien overigens ook mooi in de zomer. Maar die zijn wel elk jaar hetzelfde.
Nee, dan eenjarig zomergoed. Prachtig, prachtig, prachtig. Alle kleuren van de regenboog. Je kunt elk jaar weer wat anders nemen, nooit zorgen over vorstschade. En in veel gevallen ook nog goed voor de bijen.