Zo. Koningsdag is, als ik dit schrijf, net achter de rug en het eerste weekend van mei zit eraan te komen. In Engeland hebben ze de eerste maandag van mei altijd vrij. Een soort concessie tussen de ‘communistische’ eerste mei viering van de arbeidersklasse en degenen die van communisme niks willen weten. Als je de eerste maandag van mei vrij geeft, dan lijkt het net alsof dat om een andere reden dan de 1 mei-viering is, want die maandag valt zelden op 1 mei zelf.
Misschien is dat ook wel zo. 1 mei was al een speciale dag in de tijd van de Kelten. In Engeland komen er rond 1 mei uit alle hoeken en gaten mannen die zich in een wit kostuum hijsen en met bellen rond hun knieën allerlei volksdansen gaan doen – ik bedoel natuurlijk de Morris dansers. De helft van Engeland gaat daar naar kijken. De andere helft van Engeland gaat de bossen in, wandelen. Want de ‘bluebells’ staan in bloei.
Feeënbossen
Bluebells is de Engelse naam voor de inheemse boshyacint. Het is een teer plantje met een steeltje met daaraan vier tot zes hyacintenklokjes. Het is elegant gebogen en prachtig hyacintblauw. En begin mei bloeien ze. Allemaal tegelijk. In oude bossen. Onder de oude bomen, op de steile hellingen langs de rivieren zie je dan een blauwe waas. Feeënbossen. Ik heb er geen ander woord voor. Zo prachtig. Je bent gewoon in een andere wereld. Als je het eenmaal hebt gezien, vergeet je het nooit meer. Maar: één, hooguit twee weken, en dan is het over. Dan is het bos weer laag-bij-de-gronds groen en niet meer feeëriek blauw.
En af en toe heb je geluk en groeien ze ook in je tuin. Zo ook bij mij. Groeiden, moet ik zeggen. Het waren er eerst twee, want mijn bostuin was erg donker. Daarna haalde ik een deel van mijn bamboe weg en kwamen er meer. Leuk! Maar toen ik laatst vol-verwachting-klopt-mijn-hart weer naar het plekje ging, zag ik geen bluebells in bloei. Maar geplette bluebell-blaadjes onder de afdrukken van een lijf – de vossenfamilie had die plek als slaapplek gebruikt. Precies op mijn bluebells! Grrr!
Ranke plantjes en struise dames en heren.
Omdat iedereen die bluebells zo mooi vindt, zijn kwekers ze gaan kweken. Maar dat ging nog niet zo makkelijk èn ze zijn in veel landen beschermd. Gelukkig hadden ze in Spanje de Spaanse boshyacint die er wel op leek en die een stuk makkelijker groeide. Dus die werd verkocht als ‘bluebells’ voor in je tuin. Tuin-bluebells.
Maar toen die bluebells opkwamen voelde het als een teleurstelling. Want dat het boshyacinten waren, dat kon iedereen wel zien. Maar dit waren niet die inheemse tere bluebells die in mei de bossen omtoverden tot feeënbossen. Nee, deze planten hadden meer wat van struise dames en heren. Zo van: hè, hè. Hier zit ik en probeer me hier maar eens weg te krijgen. Bluebells op anabole steroïden. Veel groter en veel grover, en bovendien lichtblauw. Hij lijkt ergens meer op een Hosta dan op zo’n tere bluebell.
Nou ja. Fout gemaakt, jammer dan, zou je misschien zeggen. Uithuilen en opnieuw beginnen. Dat was iets te optimistisch geredeneerd. Want die planten méénden het toen ze zeiden van ‘probeer mij hier maar eens weg te krijgen. Je krijgt ze ook niet zo makkelijk weg. Wegtrekken lukt wel, maar ze zaaien zich wel erg makkelijk uit.
En daar ga je dan, proberen zo’n rottige tuin-bluebell uit je tuin te halen. Op de Parsonage Gardens hebben we er ook last van. We hebben daar een paar hele oude azalea-bedden in allerlei kleuren: geel, zachtblauw, oranje, rozerood….Nu steken er tussen die roze-rode tere bloemen opeen die struise tuin-bluebells uit. Ze staan onder de azalea’s, dus zie ze maar eens weg te krijgen!
Schurkenplanten en schurkenkwekers.
Maar dat is nog niet het ergste. Het ergste is, dat ze makkelijk nakomelingen vormen met de wilde ‘bluebells’ En die nieuwe ‘bluebells lijken best veel op de oorspronkelijke bluebells, maar ze groeien net iets harder en zijn iets groter.
Zie je het voor je? Eerst groeien die tuin-bluebells in je tuin, dan op allerlei plekken in je tuin waar je ze eigenlijk niet wil hebben, daarna ontsnappen ze uit je tuin, gaan in de buurt van de bossen groeien, kruisen daar met de ‘echte’ bluebells tot ‘nieuwe’ bluebells en nemen daarna de tent over. En die nieuwe planten zijn net iets minder feeëriek dan de oorspronkelijke bluebells. Voor je het weet zijn die ‘echte’ bluebells er niet meer, behalve op plekken midden in de wildernis. Omdat daar de tuin-bluebells niet kunnen komen.
Door weinig scrupuleuze kwekers worden deze kruisingen tussen de tuin-bluebells en de wilde bluebells verkocht als boshyacinten, voor verwildering in je tuin. Dat het niet de echte inheemse soorten zijn èn dat ze dus een bedreiging vormen voor die inheemse boshyacinten staat er doorgaans niet bij.
Binnen de Parsonage Gardens tuiniers kunnen de tuin-bluebells dan ook niet op veel sympathie rekenen. “Het zijn geen planten, het zijn schurken!” hoorde ik onlangs een van mijn mede-tuiniers zeggen. Schurkenplanten. En waar we doorgaans het meest verpieterde plantje nog verzorgen, geldt er binnen de Parsonage Gardens één regel: Schurkenplanten worden met wortels en tak uitgeroeid.
Zodat we nog jaren in mei van de feeënbossen kunnen genieten.
Vind je dit blog leuk om te lezen en ben je onzeker over jouw tuin skills, geef je dan op voor ons gratis Webinar Snoeien.
In dit webinar ontdek je de 4 gouden snoei regels waardoor je met meer kennis je planten en struiken kun snoeien. Ze zullen rijker gaan bloeien, beter in vorm komen en jouw tuin gaat er geweldig uitzien.
>>link naar de inschrijf pagina voor ons webinar snoeien>>
Wil je nog een stapje verder gaan en wil je graag weten wannéér je wat doet in jouw eigen tuin en ook hoé je het moet doen? Dan kun je je opgeven voor onze interactieve persoonlijke tuinkalender.
>>Als je hier meer van wilt weten dan kun je dat hier lezen>>