FRUIT IN DE TUIN

Fruit in de tuin

Ik haat fruit in de tuin. En ik vind het geweldig. Dat komt zo.

Wij hadden vroeger een volkstuin. Dat was mijn vaders’ kindje. En mijn vader was vakbekwaam hovenier. Dus wat moest het worden? Een siertuin.

Appels eten

Maar behalve liefde voor vaste planten, zijn gazon en zijn rozen had mijn vader nog een andere liefde: fruit. Appelen en peren, eigenlijk. En het liefst oude rassen. Maar ja, de hele tuin vol zetten met appel- en perenbomen – dan had hij geen plek meer voor zijn vaste planten en zijn gazon en zijn rozenperken..

Het probleem werd opgelost door een zijdeel van de tuin af te schermen en dat te omringen met leibomen. Zelf opgekweekt. Op de kop stonden een James Grieve en een Cox orange pippin. Dat waren hoogstambomen. Die leverden veel appels en hielden tegelijk het huisje een beetje in de schaduw tegen de zon. Dan werd het niet zo heel warm.

Goed geregeld, dus. Behalve dan die enorme berg appels die ieder jaar van de tuin kwamen. Die James Grieve vond ik erg lekker. Maar ja, die kon je niet bewaren. Dan kwam mijn vader weer aan met: ‘Deze appels moeten op.’ En weggooien was zonde. Dus na 1,5 maand dooreten had ik er wel weer voor een jaar genoeg van.

Op dat moment waren de Cox orange pippin rijp. Mijn ouders vonden ze heerlijk. Ik niet. Het scheelde enorm dat je ze goed kon bewaren en dat je ze ook kon gebruiken voor de appeltaart die mijn moeder wekelijks maakte. Die appeltaart zorgde er voor dat ik al die Cox appels niet ‘rauw’ hoefde te eten. In de appeltaart smaakten ze een stuk lekkerder. Op een gegeven moment had ik trouwens ook genoeg van die appeltaart. Gelukkig niet lang daarna mijn moeder ook.

Zure bessen

In dat zijdeel was veel schaduw. En wat groeit daar goed? Bessen. Daar kwam een rijtje rode Aalbessen. Mijn moeder was dol op rode bessen. Ik vond ze te eten, maar alleen met héél veel suiker. Mijn hemel, wat waren die krengen zuur. Heel gezond, dat wel. Er stond ook een groep kruisbessen. Was ik ook geen fan van.

De merels waren ook dol op de rode bessen. Ik heb nooit meer zo’n hoeveelheid merels in de tuin gezien. Binnen de kortste keren waren alle bessen weg. Opgegeten door de merels.

Dat was de bedoeling niet. Maar daar wist mijn vader wel wat op. Hij kocht een net en spande dat over de bessen. Daar hadden de merels niet op gerekend. Die raakten vast in de netten en lieten dat weten door een enorm gekrijs. Waarop een van ons de tuin in liep en de ongelukkige vogel uit het net bevrijdde. Dat viel soms niet mee, ze hadden zich er af en toe aardig in vastgedraaid.

Ochtendgymnastiek

Maar na drie weken merels bevrijden gebeurde er wat vreemds. Ze hadden het door. Er zat opeens geen enkele merel meer vast in het net. Ze hadden er iets op gevonden.

Wij hadden een huisje met grote ramen met uitzicht op de fruittuin en zaten eerste rang.

De merels gingen eerst in de leibomen zitten en verkenden de omgeving. Alles veilig? Dan landden ze op de grond naast de bessenstruiken. De netten hingen namelijk niet helemaal op de grond. De merels slopen er onderdoor, intussen goed kijkend of ze niet gezien werden. Ons hadden ze niet in de gaten, want wij zaten doodstil achter de ramen. Als de merels omhoog sprongen, konden ze net de onderste bessen van de struik af trekken. En daar begon de ochtendgymnastiek. En spring en eet. En spring en eet.

Mijn ouders vonden dat niet zo’n probleem. Ze gunden de merels best een deel van de buit. Bovendien was het een gratis voorstelling die niet snel verveelde.

Zelfgemaakte jam

Ik begon die aalbessen in de tuin geweldig te vinden toen er een rijtje zwarte bessen bij kwamen. Die zwarte bessen vond ik al veel lekkerder dan die andere, dus dat was winst. Maar toen gebeurde er een wonder.

Mijn moeder ging jam maken. Dat deed ze al, maar ze had iets nieuws bedacht: jam van een mengsel rode en zwarte bessen. Ik had nog nooit zúlke lekkere jam gegeten. Verrukkelijk. Ik was om. En mijn moeder maakte er ook saus van en likeur…. Van mij mocht de halve tuin volgeplant worden met rode en zwarte bessenstruiken….

Dat duurde helaas niet eeuwig. Er kwam een ziekte in de rode bessenstruiken. Verticillium. En wat erger was, die ziekte zat in de bodem en kon daar al sluimerend 20 jaar in blijven zitten. Dus nieuwe struiken neerzetten was geen optie. En rode bessen kopen om jam te maken, dat gaat in de papieren lopen. Dus toen was het over met die goddelijke jam.

Harige bessen

De kruisbessen gaven geen krimp. ‘Ja’, zei mijn moeder, ‘We hebben geen aalbessen meer, maar er zijn wel kruisbessen. Ze zijn dit jaar heerlijk!’. Ik gruwde van die harige bessen in mijn mond. En ik vond de smaak toch al niet geweldig –hoewel het schijnt dat dat verandert als je ze vaak eet. Maar dat had bij mij geen schijn van kans.

Wat haatte ik dat ik fruit moest eten dat ik niet echt lekker vond. Met name die kruisbessen. En wat heerlijk vond ik die zelfgemaakte jam. Van fruit in de tuin.

Bessen in de tuin
Heb jij dat nou ook, dat er soms geen fruit aan je bomen of struiken komen?
Een van de oorzaken kan zijn dat je op het verkeerde moment snoeit of dat je een verkeerde snoei techniek hanteert.
 
Wil je weten hoe dit zit, meld je dan nú aan voor ons gratis webinar snoeien op 29 en 30 september.
 
Je ontvangt van ons de 4 gouden snoeiregels en nog veel meer in ongeveer 1 uurtje.
 
Geef je hieronder op:

.

Facebook
Pinterest

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *