Goh. Dit wordt alweer de vijfde aflevering van De Koffievraag, als ik me niet heb verteld. En het is er weer eentje over snoeien.

“Ik heb een vraag over het snoeien van kersenbomen. Wij hebben deze nu ongeveer 3 à 4 jaar denk ik. De info op internet is zeer tegenstrijdig: niet snoeien voordat deze 5 jaar oud is, juist wel in de eerste jaren snoeien. Verder is mij totaal niet duidelijk wat ik wel en niet aan een kersenboom moet snoeien. Het enige waar het internet het over eens is: niet snoeien in de winter. Kun jij verder helpen? Het resultaat is namelijk dat ik de boom nog nooit heb gesnoeid….”

Ai, ai, ia. Dat internet toch. Ze hebben het wel eens gekscherend over Dr Google, die geraadpleegd wordt als mensen zich afvragen of hun symptomen iets ernstigs betekenen. Menig arts ergert zich wild aan deze gewoonte. Maar ik vind het niet zo vreemd. De hele tijd wordt ons voorgehouden dat er te weinig artsen zijn en dat de tijd van artsen niet verspild moet worden met beuzelarijen. Dan is het toch niet zo gek dat mensen eerst Dr Google (die niets kost, alle tijd van de wereld heeft en niet begint te zeuren over beuzelarijen) raadplegen om te weten te komen of ze nu wel of niet naar de dokter moeten gaan?

Maar ja. De NHS in Engeland had al snel door dat een eigen Dr Google, dus een eigen NHS internet-vraagbaak, een hele hoop kon doen om ongeruste patienten te helpen uit te vinden of ze nu wel of niet 8 uur moesten doorbrengen bij de eerste hulp, het probleem wachten kon tot doordeweeks overdag of dat ze zich pas ongerust hoefden te maken als de symptomen langer duurden dan een week. Maar voor de rest ben je aan de heidenen overgeleverd. Of de haaien.

Dr Google is niet alleen goed voor mensenziektes, voor allerlei tuinvragen kun je ook goed bij hem terecht. En daar beginnen ook de problemen. Want ja, de ene site zegt dit en de andere site zegt dat. Als je pech hebt, spreken ze elkaar zeer overtuigend tegen. En wie moet je dan geloven? Als je er zelf niet zoveel verstand van hebt?

Dat is moeilijk en zeker bij kersenbomen, want het snoeien ervan is niet echt heel makkelijk –tenzij je weet hoe je het moet doen en dat is nu net het hele eieren eten. Bij zoete kersen valt het wel mee, overigens, want daar hoef je niet zo heel veel aan te snoeien. Alleen: de kroon moet wel een beetje open zijn en blijven. Anders krijg je ziektes en daarvan zijn enkele heel geniepig. De wat open kroon is met name om rot tegen te gaan (Moniliarot). Heel vervelend als je denkt een heerlijke kers in je mond te stoppen en er zit een rotplek op. Die verukkelijke smaak wordt dan snel overheerst door de weeïge rotsmaak, met een bittere ondersmaak die lang in je mond blijft hangen. Tenminste, zo ervaar ik het.

De beruchtste kersenziekte is overigens wel de loodglansziekte. Dat is de reden dat wordt aangeraden om nooit in de winter te snoeien, dan zwerven de sporen rond en is de kans dat hij de boom binnendringt het grootst. Heb je het snel in de gaten, dan kan drastisch snoeien de boom nog redden, maar meestal ontdek je het te laat. Dat is niet leuk. Helemaal niet leuk. Snoei kersenbomen daarom altijd kort na de oogst, in en rond augustus. Gelukkig komt de ziekte niet heel erg veel voor tegenwoordig.

Zo. En nu hou ik op. Want hoewel ik de vraagsteller uitgebreid ga antwoorden hoe ze haar kersenboom kan snoeien, gaat het me te ver om dat in een blog te doen. Alleen nog dit. Bij kersenbomen is het beter om elk jaar een beetje te snoeien dan in een keer veel. Met name vanwege de ziektes. En vergeet niet om je snoeishaar schoon te maken.

Weet je niet hoe je moet snoeien en zou je daar meer van willen weten?

Volg dan ons gratis online webinar snoeien op donderdag 15 februari.