Oei, wat klinkt die vogel vals

Toen ik nog planten inventariseerde, begon de groep waarmee ik werkte elke april op dezelfde manier. We prikten een dag om met z’n allen het veld in te gaan. Een oefendagje. Want zelfs voor mensen die jaar in, jaar uit in het veld kwamen, zakte de, wat de leraren ‘parate kennis’ noemen, in de winter een beetje weg. En dan krijg je dat frustrerende moment dat je naar een plant kijkt en denkt: ‘O, kijk! Dat is de….de……nou, kom op! De….Het ligt op het puntje van mijn tong…Hoe heet dat ding nou toch ook alweer?’ Die ervaring.

Als je in het zomerseizoen dan zoveel mogelijk plantengebiedjes wil aflopen, dan zijn dat soort momenten knap onhandig. Zeker als je in je eentje bent en dus niemand hebt om het aan te vragen. Of tegenwoordig: geen bereik voor je plantenapp. Dan is zo’n plantenopfrisdagje heel handig. Want waar jij zit te stoethaspelen om op de naam te komen, daar zegt iemand anders meteen, bijvoorbeeld: De Hangende zegge. En dan denk jij weer: ‘O ja! De Hangende zegge. Even goed onthouden: Hangende zegge, Hangende zegge, Hangende zegge….’

Daarom heb ik in maart en begin april zoveel lol in de tuin. Ik heb een vrij grote tuin hier in Manchester, met een paar hoge bomen en struiken. Dat zijn prima plekjes voor zangvogels om in te zingen. ‘s Winters zingen ze niet, dan is het stil. Maar in maart, of als het koud is, april, gaat het weer kriebelen. Dan moeten er territoria worden gezocht, vrouwtjes worden overgehaald, concurrenten op afstand worden gehouden. En dat doe je deels door ‘s ochtends en ‘s avonds goed te laten horen dat je er nog bent. En dat ‘goed’, dat is in het begin nog wel even een dingetje.

En dat kun je horen als je een beetje oplet. Zoals bij mij: daar gaat mijn merel weer. Elke avond. Daar gaat de beginriedel: Tu tu tu tuuu, twiet! Alleen nu hoor ik dat niet. Ik hoor Tu tu tu tuuu kroak. Want die twiet is nogal hoog en dat haalt hij niet meer. Merels en zanglijsters: in het voorjaar moeten ze op zangles. Bij zichzelf. Oefenen. Totdat hun riedeltje er weer met prachtige, volle tonen uitkomt. Dat gaat trouwens best snel: met twee weken is hun zang weer bijna zoals vorige zomer.

Maar voor die tijd heb ik de grootste lol. Om de merel die de hoge C net niet haalt. Om zanglijsters die een deel van hun ingewikkelde repertoire zijn vergeten. Totdat ze alles weer onder de knie hebben en ik kan genieten van hun prachtige, volle zang.

Ik zou het leuk vinden als dit blog je heeft geïnspireerd. Zou je dat met mij willen delen?

Geniet je van mijn tuinverhalen en wil je ze iedere week gratis in je mailbox ontvangen?
Druk dan op de knop hieronder, zo simpel is het.

Facebook
Pinterest

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *