Superonkruiden

Superonkruid

Onkruid kun je een hekel aan hebben, maar er zijn drie soorten onkruid die je al helemaal niet graag in je tuin of het plantsoen in de buurt wil hebben. En dat zijn de Reuzenbalsemien, de Reuzenbereklauw en de Japanse Duizendknoop.

Reuzenbalsemien

De Reuzenbalsemien ken ik al heel lang. Ik zal een jaartje of 11, 12 geweest zijn, toen mijn vader een keer thuiskwam met het bericht dat hij nou een heel leuk plantje had voor de volkstuin. Het was mooi roze en wat meer was: het was ook leuk voor de kinderen.

Het plantje werd gezaaid en vol verwachting klopte ons hart. Een plant die leuk was voor de kinderen, dat wilden we wel meemaken! Dat viel in het begin nog wel een beetje tegen, want vooralsnog was de plant gewoon Saai Groen.

Maar het werd zomer en daar begon de plant te bloeien. Leuke, roze bloemen (moet je kijken hoe leuk die zijn, zei mijn vader) die een zoetige geur hadden. Aantrekkelijk en niet aantrekkelijk tegelijk. Best leuk om naar te kijken en niet verkeerd om te ruiken. Maar ze werden pas echt leuk toen ze zaden kregen. De planten kregen namelijk een soort langwerpig zaaddoosje. Als die zaaddoosjes rijp waren, kwamen ze onder spanning te staan. Stootte je er dan tegenaan, dan sprong het hokje open en slingerde de zaden naar buiten. Nou, dat was me toch leuk! Mijn vader had niets te veel gezegd.

Ze hadden geen kind meer aan ons. Hele middagen brachten we door met de planten afzoeken op rijpe zaaddozen. ‘O, kijk, daar zit er nog eentje. O nee, toch niet rijp genoeg’. Als de rijpe zaaddozen op dreigden te raken, leidde dat nog wel eens tot ruzie: ‘Hee! Die wilde ik doen! Ik had hem het eerste gezien! Nee, ik! Nietes, Ik!’

Het jaar erop was mijn vader iets minder gecharmeerd van de Reuzenbalsemien. Overal waar wij als kinderen tegen de rijpe zaaddozen hadden opengestoten, hadden we de zaden onbewust rondgeslingerd. En dus stond de hele tuin het volgende voorjaar vol met Reuzenbalsemienen. Dat was mijn vader een beetje teveel van het goede, dus dat werd wieden.

Nu werden wij niet meer aangemoedigd om met de rijpe zaaddozen te spelen. Integendeel! Of we maar zo vriendelijk waren om er af te blijven! Anders stond het jaar erop de tuin weer onder de Reuzenbalsemienen.

Enfin, de plaag bleek niet zo heel erg. Een paar jaar de planten uit je tuin trekken en toen was mijn vader er af. Geen Reuzenbalsemien meer te bekennen.

Reuzenbereklauw

Iets minder vrolijk word je van de Reuzen ofwel Perzische Berenklauw. Het vervelende van deze plant is dat hij rigoureuze verdedigingsmechanismen heeft tegen eten en plukken. En dat is een spulletje dat hij afscheidt waardoor je grote blaren oploopt als je dat spul op je huid krijgt en met dat stuk huid in de zon loopt.

Je kunt de Perzische Berenklauw op dezelfde manier bestrijden als de Reuzenbalsemien, behalve dan dat deze plant tweejarig is. Maar gaat hij eenmaal bloeien, dan heb je hem. Eruit met het kreng. En wel op tijd. Als je kunt voorkomen dat hij zaad krijgt, dan kan hij -eenmaal uit de grond- gewoon opdrogen en dan is het probleem weg. Vervelend is alleen dat je jezelf goed moet beschermen tegen die smerige stoffen, door dikke handschoenen en voldoende dikke kleren. Als het dan 24 graden is, is dat niet lekker werken. Maar die blaren zijn ook niet fijn. Helemaal niet fijn. Je kunt ze nog jaren later terugkrijgen als je nietsvermoedend een tijdje in de zon zit. Nee, dat maar liever niet.

Japanse Duizendknoop

Als laatste hebben we de Japanse Duizendknoop. Dat is nog wel de lastigste van de drie. Blaren  krijg  je er niet  van, maar onder de grond breidt deze stiekeme plant zich meer en meer uit en voor je het weet heb je een groot tapijt van Japanse Duizendknoop en geen andere planten meer. Het is een soort Bruidssluier, maar dan anders. En zie die Japanse Duizendknoop maar eens weg te krijgen!

Aan het wegkrijgen van de Japanse Duizendknoop verdienen diverse bedrijven een goede boterham. Want met vrijwilligers die planten wegtrekken, dat helpt maar een beetje. De wortelstokken zitten er nog. Kom je enige weken later terug, dan zie je weer vrolijk nieuwe, jonge Japanse Duizendknoopplantjes verschijnen op de plek waar jij ze met bloed, zweet en tranen had weggehaald. Dat werkt niet motiverend. Helemaal niet motiverend. Je hebt eerder de neiging om de handdoek maar in de ring te gooien.

Met een spitvork gaat het wat makkelijker, maar ook daarbij moet je oppassen dat je niet teveel wortelstokstukjes laat liggen. Elk stukje wortel kan weer uitgroeien tot een nieuwe plant. Dat maakt de bestrijding van deze invasieve exoot zo frustrerend.

Maar ook hier geldt: de aanhouder wint. Uiteindelijk krijg je hem wel weg.

superonkruid

Ik zou het leuk vinden als dit blog je heeft geïnspireerd. Zou je dat met mij willen delen?

Kun je wel wat hulp gebruiken bij natuurlijk tuinieren?
Wil je meer weten over de planten en dieren in jouw tuin?
Wij helpen je hier graag bij!

Wij hebben een volledige Online Cursus Snoeien waarbij je op een simpele manier goed  leert snoeien.
Je kunt er direct mee starten.

 

Facebook
Pinterest

1 Reactie op “Superonkruiden

  1. Japanse Duizendknoop is geen enkel probleem als je het op de juiste manier aanpakt.
    Bertus (weet geen achternaam) heeft een heel volkstuincomplex zo makkelijk onder controle dat hij een stuk grond bij het Flevopark erbij neemt. 11 juni geeft hij een lezing erover op volkstuinpark Linnaeus in Amsterdam.

    Daarnaast: de eerste natuurlijke vijanden dienen zich aan, hij wordt steeds vaker gegeten.
    Ook door mensen: hartig, zoet, zuur, siroop, het kan allemaal

    En last but not least: versnipper de dode delen en gebruik ze als bodembedekking ipv import cacaodoppen. Eng? Nee hoor, heb het al uitgeprobeerd op mijn tuin.

    Waar al 24 jaar een perk met duizenknopen beheerd wordt. Want dat moet wel, je moet m in de gaten houden en weghalen wat je niet wilt. Consequent, telkens opnieuw, na 5 jaar is ie dan weg. Ook dat heb ik zelf ervaren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *