De wilde natuur
Zomaar een uitspraak van mijn moeder. Mijn moeder hield van een mooie tuin en van bloemen. Mijn vader hield ook van bloemen, dus de tuin stond er vol mee. Ze gingen ook regelmatig op tuinenreis en dan genoot mijn moeder enorm van alle mooie bloemen. Alleen dat ik bioloog wilde worden, daar was ze niet zo blij mee. Dat leidde alleen maar op voor werkeloosheid, dus waarom zou je dat doen? Dat ik de wilde natuur wilde bestuderen begreep ze niet. Wat was daar nou aan?
Maar, zei ze later: “Toen ik later reizen ging maken in De verenigde Staten en Canada, heb ik zelf ontdekt dat ik de echte natuur, die echte wilde natuur, dat ik daar wel het meeste van geniet, van Yellowstone National Park en die dingen. Ja, dat zegt mij veel meer dan een rechthoekig gazon, strak gemaaid en zo…”
Zomaar een uitspraak van Professor Lever, gepensioneerd dierkundige die op latere leeftijd een passie voor tuinen kreeg. Die was op het schiereiland Californië naar tuinen aan het kijken. Omdat het daar zo droog was, hadden ze tuinen met veel vetplanten en cactussen er in. Op een gegeven moment “Kwamen we een tuin tegen die wel heel mooi was. Toen we naar de eigenaar zochten om daar een praatje mee te kunnen maken, kwamen we erachter dat die er niet was. De ‘tuin’ waar we naar stonden te kijken was een stuk wilde natuur.”*
Dynamische harmonie
Zomaar twee mensen die er op latere leeftijd achter kwamen dat ze ‘echte wilde natuur’ mooier vonden dan aangelegde tuinen. Wilde natuur heeft natuurlijk wel meer mogelijkheden om prachtige stukken te maken. Denk aan woeste watervallen, stukken berg die als standbeelden uit bossen omhoogrijzen (helemaal met een woeste waterval ernaast) en uitgestrekte bergbloemenweiden. Zo mooi. Dat lukt je niet op je 40 m2 en ook niet op 100. Zelfs als je een tuin hebt van 10.000 m2 dan lukt dat je niet zo mooi als de natuur zelf. Want het effect van zo’n bloemenweide is vaak dat die doorloopt tot de kale berg met sneeuw begint of zelfs zover als het oog reikt.
In de mooie wilde natuur heerst een soort harmonie. Een dynamische harmonie. Een harmonie die verandert met de seizoenen en ook langzaam verandert met de jaren, maar zolang er geen catastrofe gebeurt, blijft die harmonie. En dat maakt het zo aantrekkelijk, zo vreedzaam. Ook al gebeurt er van alles –denk aan de woeste waterval – je komt er toch tot rust.
Te weinig ruimte
Dat gevoel voor die dynamische harmonie heb ik ook en daarom heb ik niks met strakke tuinen. Ik snap het probleem wel hoor. Je neemt een tuin en wil er graag een paradijsje van maken. Alleen: De middelen en de ruimte die moeder natuur heeft in de wilde natuur, die heb jij niet. Jij hebt te maken met die 100 m2 aan tuin die je erbij hebt gekregen, als je mazzel hebt 200. Daar kun je best het een en ander op doen, alleen wordt het een stuk moeilijker.
Maar toch, maar toch…we hebben toch geen tuin om de Eerste Prijs bij de Tuin van het Jaar wedstrijd mee te winnen? We hebben toch een tuin vooral om ons prettig in te voelen? Of we nu een groentetuin hebben of een bloementuin? Veel mensen willen graag een tuin waar van alles in leeft en groeit en vooral ook bloeit. Maar ja, het onderhoud. En dan capituleren ze en kiezen toch voor een strakke tuin. Ook al worden ze daar niet echt gelukkig van.
Niet tot rust.
En ik ook niet. Bij een strakke tuin kom ik niet tot rust. Ik voel me in het Amerikaanse of Engelse leger. Met de tuinbezitter als commandant. Geen ‘voorwaarts mars’, want dat werkt bij planten niet zo, maar wel ‘in ’t gelid’. Strak in het gelid. Ieder blaadje op zijn plaats. Elke winter strak geschoren met de heggenschaar, want het kapsel van de planten en struiken moet wel volgens het militaire reglement en dat lukt niet zo goed met snoeien met de gewone snoeischaar. Geen struikje breder dan de voorgeschreven breedte en allemaal precies gelijk.
In zo’n tuin kun je ook niet teveel bloemen hebben, want die Houden zich niet aan de Regels. Die laten uitgebloeide bloemetjes vallen en dode blaadjes. Vooral in de herfst is dat vervelend. Daarom wil de Tuincommandant het liefst wintergroene struiken in zijn tuin. Die doen niet aan de herfst. Die enkele blaadjes die er toch vallen worden fanatiek opgeruimd met de bladblazer – tot grote vreugde van de buren. Hoeoeoeieieieieiiii…
Oproep tot muiterij
Als je buren hebt die zo zijn, dan zouden die het liefst hebben dat jij ook zo’n commandant bent. En ze zullen dat op veel manieren, subtiel en niet-zo-subtiel, aan je duidelijk maken. Daar moet je niet aan toegeven, want voor je het weet heb je een tuin waar je niet gelukkig van wordt. Dus ga lekker muiten en maak de tuin met veel bloemen, vogels en vlinders. En het onderhoud dan?
Het onderhoud van een wat weelderige tuin is wel wat lastiger, want dan moet je gericht gaan snoeien in plaats van jaarlijks de elektrische heggenschaar langs je strakke gelid te halen. Maar dat is te leren en het is minder moeilijk dan het lijkt. Bij ons in de buurt zijn er mensen van 90 die zelf hun tuin bijhouden. Die staat vol met bloemen en ziet er prachtig uit.
Neem een eerste stap voor je wat weelderige tuin en schrijf je in voor ons webinar snoeien op 28 of 29 september.
Ik zou het leuk vinden als dit blog je heeft geïnspireerd. Zou je dat met mij willen delen?
Je kunt je hier opgeven voor ons (gratis) webinar snoeien, op 28 en 29 september. Doe je mee?
2 Reacties op “Tuinier of commandant?”
Top!
Het eerste wat ik deed bij m’n nieuwe huis was de uitgegroeide struiken-1 meter breed met 10 cm groen en de tegels en het gras eruit halen. Nu twee terrasjes, zon en schaduw en daartussen stapstenen en groen en vijvertjes. Een groot plezier. De ene buur vind het prachtig en de ander vond al gauw dat ik teveel planten erin zette, haha.Tussen alle tegeltuinen heb ik m’n groene oase en de dieren zijn er ook nog steeds erg blij mee.
Goed gedaan! Dat van die burenreacties is zo grappig! Teveel planten in je tuin. Dat kan wel, ik ken dat soort tuinen, maar daar is het terras meestal ook overgroeid.