Veel vlinders in de Volkstuin
Toen ik jong was en in de zomer op het grasveld van de volkstuin lag te soezen, was het een komen en gaan van leven. Er wandelden kevers over me heen. Boven mijn lijf stonden zweefvliegen te zweven. En met enige regelmaat fladderde er een vlinder rond mijn hoofd. Meestal Witjes, maar ook veel Kleine Vossen en Dagpauwogen. Af en toe een Atalanta en als je heel veel mazzel had, een Citroenvlinder. Die was groenig geel en die vonden we zo mooi!
Op dat moment stond er in de tuin nog geen Vlinderstruik, want mijn vader was niet zo van de Vlinderstruiken. Mijn moeder wel, want die vond het zo leuk dat de struik vlinders aantrok. Dat vinden veel mensen en dat is de reden dat Nederland, en Engeland ook trouwens, vol staat met Vlinderstruiken.
Een Vlinderstruik vol vlinders.
Werkt een Vlinderstruik? Trekt die vlinders aan? Voor die enkele ziel die geen Vlinderstruik in de tuin heeft: Nou en of! Iedereen die een Vlinderstruik in de tuin heeft weet het: Er komen vlinders op af. Dus het werkt.
En het ìs ook erg leuk. Ik was een keer midden in de zomer op bezoek bij vrienden en naast de stoel waar ik zat stond een Vlinderstruik. Zo ongeveer 1x in de vijf minuten kwam er een vlinder op zitten die alle buisjes van de bloemaar afwandelde, of er nog wat te eten was. Vlak naast me. Geweldig!
Alleen Atalantavlinders.
Het was alleen jammer dat er bijna alleen Atalantavlinders op af kwamen.
Nou vind ik de Atlantavlinder een mooie vlinder, daar niet van. Maar afwisseling van spijs doet eten, nietwaar? Kon ik, op deze fraaie Vlinderstruik die ook nog in de zon stond, niet even een Dagpauwoog zien? Of was dat teveel gevraagd? Een Kleine Vos dan? Of anders dat lastpakje van de groententuin, een Witje?
Blijkbaar niet. En ik wist het ook wel.
Rupsen!
Vlinders leven niet van Vlinderstruiken alleen. En ze zijn niet alleen vlinders. Ze zijn eerst –rupsen.
Precies, die lastige rupsen. De reden waarom het (Kool)witje toch niet erg populair is. Zonder Koolwitjesrupsen geen Koolwitjesvlinders. Maar…dat zijn diezelfde rupsen die die koolstruiken uit je moestuin helemaal kaalvreten. Laagje voor laagje, stjomp-tsjomp-tsjomp.
Kan een rups zich niet helemaal volvreten, dan wordt het geen Koolwitje. En om regelmatig een Koolwitje te zien, moeten er, per –ik noem maar een zijstraat – volkstuincomplex toch gauw zo’n 15 rondvliegen. Meer eigenlijk, want nu hou ik geen rekening met vogeltjes die ook wel een Koolwitje lusten. En Koolwitjes hebben ook niet het eeuwige leven. Best veel, dus. En dat waren eerst allemaal moestuinkoolplantenopvretende rupsen. Heb je van die fijne Koolwitjesresistende planten, dan zie je dus geen Koolwitjes meer rondfladderen. Dilemma!
Brandnetels.
De Atalantavlinder heeft daar geen last van. Want die rups leeft op brandnetels. Brandnetels komen voor op plekken met veel stikstof. En laat Nederland nou net een stikstofprobleem hebben! Nederland heeft teveel stikstofuitstoot en dus is er stikstof zat. Komt dat even goed uit!
Nog mooier is natuurlijk dat brandnetels prikken. En dus niemand er problemen mee heeft als er een hele horde Atalalantavlinderrupsen een perk brandnetels kaal zit te vreten. Die kunnen dus zonder veel problemen hun gang gaan.
Vuilboom en Wegedoorn.
Maar dat geldt niet voor de Citroenvlinder. Want de rupsen daarvan eten geen brandnetels. Ze eten bladeren van twee nou niet bepaald populaire struiken: De Vuilboom en de Wegedoorn. Ik bedoel maar, een struik met de naam Vuilboom! Wie wil die nou in zijn tuin hebben.
“Heb je nog wat nieuws in de tuin?” “Ja, ik heb een Vuilboom geplant.”
‘Een wat?” ”Een Vuilboom.”
“O! Ehhh, wat…eh…apart!”
Ook de Wegedoorn –die trouwens familie is van de Vuilboom – is niet de populairste plant uit het tuincentrum. Wat zeg ik? De meeste tuincentra hebben hem niet eens. Ten eerste is het een stekelstruik, net als Meidoorn, Vuurdoorn en Sleedoorn. Maar in tegenstelling tot de voorgaande struiken heeft hij geen mooie witte bloesem in het voorjaar. Meer ieniemienie geelgroene, die niet opvalt. En hij krijgt geen mooie rooie bessen, maar zwarte. Die je ook nog niet kunt eten, want ze zijn licht giftig. Gelukkig eten de vogels ze weer wel. Voor degenen die denken dat dat wel mee zal vallen: De Latijnse naam is Rhamnus catarthica. Dat laatste betekent grofweg laxerend.
Dan is die Vuilboom nog beter. Die heeft ook hele ieniemieniebloemetjes, maar die zijn tenminste wit. En de bessen zijn eerst mooi rood voordat ze zwart worden. Hij houdt alleen niet van klei en kalk.
De Vlinders helpen
Je kunt de citroenvlinder helpen door b.v. een Vuilboom in je tuin te zetten – en te door accepteren dat er rupsen van vreten.
Het is niet altijd voldoende. De Oranjetip, bijvoorbeeld, vreet bijvoorbeeld onder andere Look-zonder-Look. Dat komt nogal veel voor. Maar de Oranjetip is zeldzaam. Want hij wil graag matig vochtige graslanden bij bossen. Door de verdroging voor de landbouw zijn die ook zeldzaam geworden. Dan helpt het niet om Look-zonder-Lookplanten in je tuin te laten groeien – tenzij je een matig vochtig grasland en een bos om de hoek hebt.
Ik vind dat trouwens geen reden om niet te proberen meer vlinders in je tuin te krijgen, want op dit moment kunnen de vlinders alle hulp die ze kunnen krijgen goed gebruiken. Veel succes!
Ik zou het leuk vinden als dit blog je heeft geïnspireerd. Zou je dat met mij willen delen?
Kun je wel wat hulp gebruiken bij natuurlijk tuinieren?
Wil je meer weten over de planten en dieren in jouw tuin?
Wij helpen je hier graag bij!
Wij hebben een volledige Online Cursus Snoeien waarbij je op een simpele manier goed leert snoeien.
Je kunt er direct mee starten.
1 Reactie op “Vlinders in je tuin”
Orangetipje vliegt ook op judaspenning. En op pinksterbloemen. Legt er 1 eitje per plant want de rups heeft een hele plant nodig om volwassen te worden. Daarna kruipt ie naar een boom waar ie zich verpopt. En dan komt de vlinder waarbij het mannetje het kenmerkende orange tipje heeft.
Helaas worden pinksterbloemen vaak weggemaaid als ze langs een fietspad staan. Deze week ook weer gebeurd. Zo zonde.