Waar gaan de kikkers en padden heen in de herfst

Kikkers en padden

‘Je moet altijd uitkijken met graven in de grond bij zo’n takkenril’, zei de kraanmachinist tegen me.

Toezicht houden

Ik was ingehuurd om in een parkje “toezicht te houden op werkzaamheden die in het parkje werden uitgevoerd”, zoals je dat zo mooi in Algemeen Beschaafd Ambtelijk kan zeggen. Dat deed ik wel vaker. Werk voor de gemeente werd sinds de verplichte privatiseringsronde in de 90-er jaren uitbesteed aan het bedrijfsleven en natuurlijk moest dat zo goedkoop mogelijk. Vandaar dat ik erbij stond om ernstige schade te voorkomen. Ik kostte natuurlijk ook geld, maar ernstige schade door een onoplettende kraanmachinist kostte meer.

Zoals in elk beroep heb je kraanmachinisten en kraanmachinisten. Je hebt er bij die zich gedragen of elke Euro die in het project wordt gestopt uit hun eigen zak moet komen en of ze elke dag een bepaalde trein moeten halen. Andere kraanmachinisten werken uiteindelijk even snel, maar zijn veel preciezer.

Niet alleen bomen redden, maar ook kikkers en padden.

In eerste instantie ging mijn werk alleen om het beschermen van bomen en hun wortels en de bodem waar ze in groeiden. Maar op een gegeven moment hadden de natuurbeschermers het Rijk ervan overtuigd dat natuurbescherming en ecologie geen dure linkse hobbies waren, maar dat bescherming van de natuur nodig was. Alleen al om ervoor te zorgen dat er in 2050 nog insekten zouden zijn om onze vruchtbomen te bestuiven en planten zouden zijn die het klimaat een beetje dragelijk zouden houden. En daarvoor had je alle dieren nodig; niet alleen insekten maar ook kikkers en padden. Bij werkzaamheden ging dat te vaak fout, dat moest anders. Natuur moest worden beschermd, ook als het park werd opgeknapt.

Alleen: Ai, ai, ai, wie moest dat doen? Groenmensen mochten dat niet doen, dat beschermen, tenzij ze allerlei vakdiploma’s hadden gehaald – van cursussen waarvan de inkt meestal nog niet droog was. Biologen, met name ecologen, mochten dat werk wèl meteen doen. En laat ik nou toevallig….

Waar gingen kikkers ook alweer heen in de herfst?

Dus stond ik op een koude dag toezicht te houden in dat parkje. Op een kraanmachinist die dat eigenlijk niet zo nodig had, want hij wist precies waar hij rekening mee moest houden. Hij wist waar kikkers heen gingen in de herfst. De groene kikkers kropen meestal diep in de modder van de vijvers en de sloten waar ze in leefden, maar de bruine kikkers deden dat niet.

Bruine kikkers hebben geen water nodig in de tuin. Ik heb er jaren eentje gehad in mijn tuin in Amsterdam en daar was geen water in te bekennen. Geen slootje, geen fonteintje, zelfs geen vogelbadje. Dat wilde ik eigenlijk wel doen, dat vogelbadje, maar dan kwam er weer wat tussen en dan was ik het weer vergeten. Dus geen water. En daar had die bruine kikker helemaal geen problemen mee. De tuin zat vol met wormen en slakken en was bepaald niet aangeharkt. Plek zat om je te verschuilen en eten genoeg.

Weggekropen in een stapel tuinafval

Af en toe roste ik een keer die tuin door, om ervoor te zorgen dat de groei niet al te erg uit de hand liep. Dan had ik meestal flink te veel materiaal voor de biobak, dus maakte ik in een achterafhoekje van het terras een stapel. Voor de volgende keer. Maar je raadt het al: dan kwam er weer wat tussen en die stapel bleef vaak de hele winter liggen. Heel langzaam verterend. Op een beschutte plek. Lekker warm, nou ja, warm. In ieder geval altijd boven nul. En onder in die stapel kwam ik mijn kikker tegen, toen ik het weer een keer op mijn heupen kreeg. Ik zei ‘sorry’ en gooide de stapel snel dicht. Dat weghalen kon best wachten tot eind maart.

Waar bruine kikkers – en padden ook trouwens – een grote voorkeur voor hebben, is het wegkruipen in holletjes, liefst in de grond. En het liefst onder een beetje brede takkenril. Ik denk dat dat is, omdat een goede takkenril redelijk isoleert. De kans dat de grond eronder bevroren raakt is niet zo groot. En zeker in de tijd dat het ‘winterklaar maken’ in vrijwel iedere tuin en zeker park gebeurde, was zo’n plekje onder zo’n takkenril goud waard.

Niet zo’n herrie.

Ik ben dol op mijn bruine kikker. Niet alleen heb ik er geen vijver voor nodig, maar het is ook lekker rustig in de tuin. Geen kikkerconcerten in de zomer. Ik wordt erg rustig van kikkerconcerten, maar ik weet niet zo zeker of mijn buren daar wel tegen kunnen. Kikkerconcerten worden door de Groene kikker gegeven en die heeft wel een vijver nodig. Of een sloot.

In je eigen tuin kun je het ook gezellig maken voor de Bruine kikker. Wat hij nodig heeft is een plekje waarin hij flink kan rondstruinen zonder dat hij opvalt en een plekje om te overwinteren. Een losse hoop groenafval of een stuk takkenril, of een kuil met plantenresten en takken zorgen ervoor dat hij, zo eind oktober, begin november rustig kan gaan slapen.

Kikkers en padden

Wil je ook weten je voor de dieren in je tuin kunt doen?
Doe dan mee met onze cursus: “Zelf je tuin ecologisch inrichten”
Dan heb je straks een ecologisch paradijsje voor jezelf én voor de dieren.

Geniet je van mijn tuinverhalen en wil je ze iedere week gratis in je mailbox ontvangen?
Druk dan op de knop hieronder, zo simpel is het.

Facebook
Pinterest

1 Reactie op “Waar gaan de kikkers en padden heen in de herfst

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *