Wat moet ik nóu weer verzinnen?
Blogs schrijven vind ik leuk. En ik doe het ook graag. Maar blog schrijven is net als koken: Als je al 40 jaar gekookt hebt, dan komt er een dag waarop je denkt: En, wat zal ik nu eens gaan klaarmaken. Dit? Nee, dat heb ik al zoveel klaargemaakt. Dat? Nee, dat ook. Ik wil wel eens iets anders eten, maar wat? Als ik probeer om me voor de geest te halen wat ik wil koken, dan zie ik een grote grijze wolk. Dat helpt niet.
Gelukkig is er altijd iemand in mijn huishouden die wèl een idee heeft en dat maak ik dan maar. Vaak is dat eten nog leuk om te maken ook. Niet in het minst omdat de idee-gever meestal bereid is om een helpende hand te bieden.
Dus toen ik in november merkte dat ik steeds meer tegen het wekelijks blogschrijven op begon te zien, wist ik waar het aan lag. Het probleem was niet dat ik een hekel had aan schrijven. Als ik een leuk onderwerp in mijn hoofd had dan schreef ik binnen een ziezo weer een blog. Nee, het probleem lag anders.
Als je blogs schrijft, dan gooi je je schrijfsels de wereld in en verder moeten ze maar zien hoe ze het redden. We weten naar hoeveel mensen we het sturen. Tegenwoordig, met de grote ITbedrijven die alles bijhouden, weten we ook hoeveel mensen ons blog openen. We weten niet wie en dat hoeven we ook niet te weten – hoewel we af en toe wel nieuwsgierig zijn wie dat blog elke keer lezen, dat wel natuurlijk. Maar wat we nÍet weten, is wat die mensen van dat blog vinden. Wie weet openen ze het iedere keer en denken dan: ‘Goh, alwéér niet over rozen’. Dat zou zomaar kunnen, toch? Maar hoe kom je daarachter? Want gedachten lezen kunnen we uiteraard niet.
En dus dachten we: we vragen het gewoon. En dat hebben we gedaan.
Vragen en complimenten.
José had nog wel even wat bedenkingen, zo van: ‘Als we nu ontzettend veel antwoorden krijgen dan kunnen we dat niet aan’. Nou, ze had zich niet druk hoeven te maken. We kregen 15 antwoorden. Dat is best al veel. Daar zijn we héél blij mee. Het zijn allemaal heel interessante vragen. Eentje over een kas. Daar was ik zelf niet zo snel opgekomen, dus bij deze extra bedankt.
Wat ook zo leuk is aan deze vragenstellers is dat ze eerst een simpele vraag stellen. En dan, in een uitlegverhaaltje, een andere vraag stellen die nóg interessanter is dan de oorspronkelijke vraag. Alleen, zij denken dat dit een probleem is dat zij alleen hebben en dat ze die vraag eigenlijk niet kunnen vragen. Maar het zit ze hoog en dus komt het eruit, zij het via een omweg. Ik blij.
Maar als ik gedacht had voor 15 weken een onderwerp te hebben, dan kwam ik bedrogen uit. 3 van de vragen waren geen vragen. Het waren complimenten over mijn blog en de vraag was eigenlijk, kun je zo blijven doorgaan?
Nou heb ik niks tegen complimenten. Sterker nog, ik krijg ze graag! Af en toe komen ze vanzelf in onze inbox en dat is ontzettend leuk!
Het enige probleem is: Die complimenten geven me geen onderwerpen voor mijn blog. Dus nu heb ik in totaal 12 onderwerpen gekregen. Genoeg voor 12 weken. Maar nu moet ik voor de overige 37 weken van volgend jaar weer onderwerpen gaan verzinnen. Dat valt een beetje tegen.
Vergeten? Dan vraag je het alsnog!
Sommige van die complimentengevers die zeggen: Ik heb je al vragen gesteld. Ja, natuurlijk! Maar dat geeft toch niet? Ik vraag er toch zelf om? Er is ook iemand die vraagt iets over klimrozen. Ik heb al blogs geschreven over rozen. Maar dat geeft niets. Als 10 mensen vragen om rozen, dan weet ik dat ik gerust nog een blog over klimrozen kan schrijven.
Ik snap het eigenlijk wel. Ik weet precies hoe het gaat, want het gaat met mij ook zo. Je krijgt een vraag in je mail. Nee, je krijgt 30 vragen in je mail en van 29 vragen denk je meteen: ja, doei! en dumpt ze in de prullebak. Maar van de overige vraag denk je: nou, daar zou ik best wel een antwoord op willen geven. Alleen nu niet, want ik heb geen tijd of ik kan nu niet op een vraag komen, want de kinderen vragen aandacht of ik sta op het punt om de deur uit te gaan….nou ja, morgen dan maar. En vervolgens vergeet je het, want morgen krijg je wéér 30 nieuwe vragen. En een week later zie je misschien die vraag en dan denk je: ‘Het is nu wel te laat, ik kan dat nu niet meer doen.’
Denk aan de arme, zielige blogger!
Herken je dat, denk dan aan die 37 weken die arme, zielige ik nog moet verzinnen. Het kan me niet schelen of je een vraag later stelt, ook al vraag je het een JAAR later! Stel die vraag alsnog en help deze arme blogger uit de brand. En het geeft ook niet dat iemand anders die vraag al gesteld heeft. Als 20 mensen vragen om over rozen te bloggen, dan weet ik dat het geen probleem is als ik er twéé blogs over schrijf in een jaar.
Doen?
Volgende week ga ik het eerste antwoord-blog schrijven. Maar als je een vraag stelt, dan geef ik je ook persoonlijk antwoord. Tot dan!
Bij het nadenken over welke vraag je mij wilt stellen kun je ook tot de ontdekking komen dat je klaar bent voor onze ongeëvenaarde cursus:
“Zelf je tuin ecologisch inrichten”
Deze start in januari 2024, exacte datum maken we binnenkort bekend.
Geniet je van mijn tuinverhalen en wil je ze iedere week gratis in je mailbox ontvangen?
Druk dan op de knop hieronder, zo simpel is het.
1 Reactie op “Wat zou jij mij vragen als wij nu gezellig koffie zaten te drinken?”
Hallo Els,
Dan toch nog een vraagje: ik heb een enorme vijgenboom/struik in de voortuin die ik regelmatig terugsnoei.
Ik doe maar wat, want anders krijgt de appelboom die erachter staat geen zon meer.
Het probleem is dat ik dan vaak geen rijpe vijgen meer krijg in de zomer, alsof alle kracht van de struik naar de groei gaat.
De struik zit vol kleine, onrijpe vijgjes, die aan het eind nog even klein zijn.
Wat kan ik doen? Of heeft het ook met het klimaat te maken? We hebben namelijk zeker wel heerlijke vijgen gehad!
Oh ja, we wonen in Krommenie