Wat is nou onkruid en wat niet?

maarts viooltje

Ik heb geen onkruid in mijn tuin. Ik heb wilde planten.

Wat een onzin, hoor ik je nu denken. Wilde planten zijn onkruid.

Maar zo simpel is het niet.

In mijn Amsterdamse tuin had ik indertijd een beetje moeite met hoe je die moest inrichten. Ik had er een aantal planten neergezet, maar hij was bepaald niet vol. De buren hadden hem wèl volgezet met diverse planten van het tuincentrum. Allemaal helemaal bona fide, want broerlief was hovenier. Dat zat dus wel goed.

Tuinplanten werden onkruid

Te goed. Want die planten roken hun kans. Afgezien van een hardnekkig grasachtig onkruid dat ik in mijn tuin kreeg zonder dat ik weet waar dat vandaan kwam, zag ik opeens vanaf de buren de tuinwolfsmelk oprukken. Ach, dacht ik, geeft niet, ik vind hem niet mooi, maar dan staat er tenminste wat.

Wat kan een mens naïef zijn. Want de tuinwolfsmelk kwam er wel makkelijk in, maar ging er helemaal niet makkelijk uit! Kijk, bij de buren was dat een tuinplant (die ze inmiddels niet meer hebben, overigens), maar bij mij werd het van tuinplant al heel snel onkruid.

De klimop is ook zo’n plant. De buren hadden het tegen de schutting op laten groeien, want dan werd die mooi groen en bleef ook groen in de winter. Klopte allemaal. Een tuinplant, dus. Maar alleen vond de klimop dat hij wel een erg klein plekje had. Die wat kalige tuin daar, achter het hek, daar kon hij ook mooi groeien. Daar stonden weliswaar nog een paar planten, maar daar groeide hij wel omheen. En die zegge, dat hardnekkige onkruid, daar groeide hij óverheen. En dus had ik opeens in plaats van een tuin vol met zegge-onkruid nu een tuin vol met klimop-onkruid. Tot aan de schutting. Want dáár was het weer een tuinplant.

Onkruid werd tuinplanten

In Manchester werkt dat ook wel zo, maar daar is het toch net weer anders. Daar heb ik niet zoveel last van invasieve buurplanten. Maar ik heb wèl wilde planten. In het achterste, donkere deel, tiert de klimop welig. Die heb ik daar óók niet geplant. Maar dat is in deze tuin geen probleem. Hij geeft daar een bosindruk en houdt vervelende onkruiden weg. Zoals brandnetel en zevenblad. Die klimop is niet door mij geplant en dus geen tuinplant. Maar ook niet ongewenst, dus ook geen onkruid. Een wilde plant.

Iets soortgelijks geldt ook voor het Robertskruid, een echte wilde ooievaarsbek – en dat is een andere dan diegene die ze in het tuincentrum verkopen als ‘wilde ooievaarsbek’. Het is een plant waar de Goudvink op af komt. Hij houdt andere onkruiden redelijk tegen. Hij ziet er leuk uit. Hij bloeit de hele zomer door, je hoeft er niets aan te doen. En hij is erg makkelijk uit te trekken. Muggen schijnen er een hekel aan te hebben. Laat maar staan, dus. Geen onkruid, maar een wilde plant.

En zo heb ik nog meer wilde planten in mijn tuin. Zoals vingerhoedskruid. En ik heb nog muurvarens en muurleeuwenbek aan de tuinmuur. Iemand anders die ik ken heeft gele lis aan de vijverrand. En dotterbloem. Ze laat het lekker staan. Ze heeft er geen last van. De vijverplant Riet, die ze zelf heeft geplant (een tuinplant dus), daar heeft ze wèl last van. Die groeit tegen de klippen op. Nee, dan liever deze wilde planten.

Het mooiste wilde plantje in mijn tuin vind ik toch wel het Maarts viooltje. Geen idee hoe ik er aan kom. Het was er opeens. Stond het daar lief blauw te bloeien in maart. Je haalt het vrij makkelijk weg. En als je heel diep bukt, ruik je een zwakke, heerlijke geur. De viooltjesgeur. Wat een aanwinst, die wilde planten…

Wilde planten
Facebook
Pinterest

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *