Achter in mijn tuin in Manchester heb ik een bosdeel. Er staan vier grote bomen in die beschermd zijn: 2 grote Ceders, een Venijnboom en een Den. Vooral die Venijnboom neemt nogal wat licht weg. Dat komt doordat hij overleunt en de kroon dus heel erg breed geworden is.
Verder staat er aan de zuidkant een muur van iets te fanatiek uitgegroeide bamboe. Dat hadden een paar plukken moeten wezen en zo waren ze ook geplant, maar bamboe kan niet luisteren en hoort niet dat jij zegt dat hij op zijn plek moet blijven. Een muur dus.
Alles bij elkaar dus op bepaalde stukken knap donker. Wat moet je daar nou mee, als tuinier. Want het bosdeel was bedoeld als een beetje wild, dus onderhoudsarm. Maar ja, in de diepe schaduw, daar wil toch niks groeien?
Erg veel soorten ga je daar inderdaad niet tegenkomen. Klimop wel. Het overgrote deel van de bodem is daarmee bedekt, met name op de donkerste plekken. Waar wat meer licht is, groeien de Kleine en de Grote Maagdenpalm gezusterlijk door elkaar heen. Dat is erg leuk om te zien en in het voorjaar bloeit het er prachtig.
Een andere plant die ook redelijk met vrij weinig licht uit de voeten kan is de Braam. Daar ben ik wat minder blij mee. Die is ecologisch heel waardevol, maar die moet ik echt onder controle houden, anders groeit de hele tuin vol met bramen. Net als de bamboe, eigenlijk, maar dan een beetje sneller. Het wegtrekken van bramen gaat redelijk makkelijk. Alleen die rottige doorns…
Wat struiken betreft, doen de Broodboom en de Prunus laurocerasus het op de plekken waar het niet superdonker is echt uitstekend. De Skimmia japonica doet het ook nog redelijk. Alleen de Rhododendron, die daar ook staat, die wil al jaren niet meer bloeien. Te donker. Nee, de Rhododendron is niet geschikt als het echt donker wordt.

Je zou zeggen dat er niet zo heel veel leven in zo’n donker bosdeel is. Maar dan vergis je je, want het krioelt van het leven. Er vliegen veel kleine muggetjes rond. Vogels zoals de Roodborst, de winterkoning, Kool-, Pimpel, en staartmezen komen regelmatig insekten eten. Een Goudhaantje zingt in de ene boom terwijl de Boomklever in de andere boom zit te jubelen. In de klimop die tegen de muur groeit, broedt sinds dag en nacht een merel. Daar word ik helemaal gelukkig van.
Er is ook wel eens een nest geweest waar ik wat minder gelukkig mee was. Een wespennest. Toen ik vorig voorjaar dus weer eens door het bosdeel liep en een zwerm kleine gelige wespen zag, schrok ik dan ook behoorlijk. Hè nee hè, niet wéér een wespennest naast de schommel. Maar het waren geen limonadewespen. Het was wel een zwerm, maar van bijen. Koekoeksbijen. Die leggen hun eieren in de nestgangen van wilde bijtjes en kleine solitaire wespen. Maar dan moeten die er wel eerst zijn! Dus die leven er ook.
Kortom, eigenlijk barst het donkere bosdeel van de insektensoorten. En dat zonder insektenhotel. Wat fantastisch. Alleen maar door elk jaar een paar uurtjes snoeien. En verder niks.
Als het in een stuk tuin iets minder donker is, kunnen er opeens veel meersoorten planten groeien. En als je in dat deel van je tuin niet bijna niet werkt, komen er allerlei insekten leven. Dat kun je ook voor elkaar krijgen met een tuin die er leuk uitziet. Met een beetje slimme inrichting krijg je dat prima voor elkaar.
Vind je het moeilijk om voor je te zien wat je met je tuin kunt doen? We hebben dan voor jou onze cursus Zelf je tuin klimaatbestendig en natuurvriendelijk inrichten.
Ik ben ook bezig met een nieuw webinar hierover. De planning is om er eind maart een te houden. Volgende week vertel ik je daar meer over.
Wil je kijken wat de cursus inhoudt? Kijk dan op Cursus Tuin inrichten
Ik zou het leuk vinden als dit blog je heeft geïnspireerd. Zou je dat met mij willen delen?
Geniet je van mijn tuinverhalen en wil je ze iedere week gratis in je mailbox ontvangen?
Druk dan op de knop hieronder, zo simpel is het.