Heb ik nou sierkersen of sierappels?

Sierkers of sierappels

Sssttt! Niet verder vertellen. Dit blijft onder ons.

Want jullie zien ons als de Expert op plantengebied. En dat zijn we ook. Er zitten jaaaren en jaaaren van studie in dit koppie. Eerst op de universiteit, maar daarna ook. Elke dag kom ik wel iets nieuws tegen. Ik ben nu ruim 60, maar om nou te zeggen dat ik ben uitgeleerd…nou, nee. En dat vind ik nou het leuke van dit vak, hè. Je blijft leren.

Maar…wat jullie soms denken, is dat wij ALLES weten. En dat is nou ook weer niet waar. Dat hangen we niet aan de grote klok, want dan denkt iedereen om de een of andere reden meteen weer dat we niks weten, maar er zijn gevallen waar ook wij naarstig aan het zoeken moeten naar het goede antwoord. Onze ervaring heeft dan wel voordelen: omdat wij vroeger wel eens het verkeerde spoor volgden en dan op foute antwoorden uitkwamen, tuinen wij daar niet meer in. Wij zien het als dat dreigt te gebeuren. Een inwendige stem waarschuwt: Dat kan niet kloppen.

Maar dan nog.

Er zijn van die planten, van die sneaky planten, waarbij ook ‘de kenners’ ieder jaar weer hun kennis moeten opfrissen. Zo zaten twee van mijn leermeesters eens gebogen over een plant met paarsroze bloemen. Ze zaten er al ruim 10 minuten, druk mompelend en bladerend in diverse boeken. Toen ze opkeken en me zagen, zeiden ze: ‘Ha, Els, weet jij dat? Is dit nou Knoopkruid of is dit nou Duifkruid?’ Nou, ik kende toen zowel Knoopkruid als Duifkruid niet goed, dus aan mij hadden ze die dag niet zo veel. De vraag vond ik ergens wel vleiend, maar ook een tikkeltje oneerlijk. Met zijn tweeën hadden ze samen zo’n 50 jaar ervaring in het planten op naam brengen en ik kwam toen net kijken. (Het was overigens Duifkruid).

Dus voel je niet gegeneerd als je een plant niet kent. Of tien. Of de helft van de planten in je tuin. Je bent in goed gezelschap. En sommige planten maken het je ook knap moeilijk, want die lijken behoorlijk op elkaar.

Zo ook Sierkersen en Sierappels. Aan de regels ligt het niet. Je hebt de Kersen, die hebben gezaagde, lange bladeren en roodbruine jonge twijgen met punnekes erop (lenticellen in het Wetenschappelijks) Die hebben ze ook op de stam en daar staan die in een soort horizontaal patroon. Kind kan de was doen.

Appels daarentegen hebben bladeren die een beetje ronder zijn, niet glanzen, twijgen die wat meer bruin zijn en een stam zonder die punnikes in een horizontaal patroon. De stam van een Appel is meer met grove schubben of plekken. Echt een duidelijk verschil. Bovendien, wat kan er nu meer verschillen dan Appels en Kersen? Kijk maar in juli in de supermarkt of de groentenwinkel. Je ziet het meteen. Er is echt geen mens die erin tuint als in het bakje met Kersen opeens Appels zitten.

Maar ja, maar ja…. was het maar zo simpel…want het ligt toch weer iets anders voor de Sierkersen en de Sierappels. Die zien er vaak niet uit als de kersen en appels uit de supermarkt. ‘Maar Sierkersen, die hebben toch helemaal geen kersen’, hoor ik je zeggen. Nee, die grote roze Sierkersen waar iedereen in april zo van geniet niet, nee. Die hebben geen vruchten. Maar er zijn zat Sierkersen die wel vruchten hebben. Sommige van die vruchten lijken op kleine kersen. Bij andere Sierkersen lijken de kersen meer bessen. Piepklein zijn die en ze zijn ook niet altijd rood. Ze zijn soms oranje. Of zwart. Of geel. Ga er maar aan staan. Die Sierkersen hebben soms ook wat rondere bladeren. Als je het niet weet zou je niet zeggen dat het kersen waren.

Sierappels zijn net zo erg. Een aantal Sierappels heeft gewoon appeltjes, maar dan kleiner. Daar zie je meteen dat je met Sierappels te maken hebt. Maar laatst kwam ik een paar rare gevallen tegen.

Eentje in York. De bladeren waren van een Kers. De twijgen leken van een Kers. De vruchten hadden de juiste grootte en waren al lekker dieprood aan het kleuren. Dat zag er goed uit, het water liep al in mijn mond. Maar toen keek ik eens goed. Aan de onderkant van de vrucht zat iets friebeligs. Iets appel-friebeligs. Dat wat een appel ook heeft aan de andere kant van het steeltje. Kortom, het was geen Kers. Het was een Sierappel.

Het tweede rare geval kwam ik tegen in Didsbury, in een straat waar allemaal verschillende bomen stonden. Ook Sierkersen. Maar dit was geen Sierkers, dat zag ik zo. Het blad was van een Appel. De stam had dat schubbige van een Appelboom die er al een aantal jaren staat. Maar de vruchten… Ze waren klein. Ze waren rond. Ze waren rood-met-geel. En ze hadden niet dat friebelige dat tegen iedereen zegt: Jij mag er wel anders over denken, maar ik ben toch ECHT een appel!

Kortom, ik kwam er niet uit. Op dat moment zat er maar een ding op. Ik plukte drie ‘kersen’ en nam ze mee naar huis. Vervolgens pakte ik een klein, maar zeer scherp schilmes en probeerde de kers door te snijden. Dat lukte beter dan verwacht. Ik kwam geen pit tegen. Nee, toen ik goed keek, zag ik een ieniemienie-klokhuisje.

Het was toch een Sierappel.

Sierkers of sierappel

Ook zo een mooie sierkers, – eh –  pardon – , sierappel in je tuin?
Creeër je eigen ecologisch (eet) paradijsje met onze cursus:
“Zelf je tuin ecologisch inrichten”

Geniet je van mijn tuinverhalen en wil je ze iedere week gratis in je mailbox ontvangen?
Druk dan op de knop hieronder, zo simpel is het.

Facebook
Pinterest

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *