Jawel, hier komt weer een Koffievraag. De vraag zelf was wat beknopt:
“Uitleg over Latijnse plantennamen en uitspraak?”
Nou, daar kan ik wel iets over vertellen, natuurlijk.
Genus
Eigenlijk zijn de oudste ‘Latijnse’ plantennamen niet Latijn, maar Grieks. De Griekse wijsgeer Aristoteles begon met planten en dieren waarvan hij vond dat ze bij elkaar horen in groepen te stoppen die hij ‘Gene’ noemde. Gene betekent iets als ‘verwant’ of ‘groep verwanten’. Toen de Romeinen Griekenland veroverden dachten ze: Verrek, dat is best een slim systeem. Dat houden we erin. Alleen: Gene, dat niet natuurlijk. Dat is geen behoorlijk Latijn. Daar maken we Genus van.
Dat Genus gebruiken we nog steeds om aan te geven dat planten verwant zijn. Tulipa voor Tulp. Ficus voor Rubberplanten. Pinus voor Dennenbomen, die twee naalden bij elkaar hebben. Als ze 1 naald hebben dan zijn het Sparren, in het Latijn Picea.
En soort
Linnaeus bedacht daar later een systeem van dat een plant twee namen geeft: Het Genus, ook wel de geslachtsnaam genoemd, en de soortaanduiding. Bij onze Vijgenboom is Ficus de geslachtsnaam en carica de soortaanduiding. Aan de Latijnse naam kun je dus zien dat Ficus elastica, de Rubberplant, van hetzelfde geslacht is als de Vijg*, dus nauw verwant is. Ook de Viburnum tinus en de Viburnum bodnantense zijn nauw verwant, ook al zou je dat op het eerste gezicht niet zeggen, want de Viburnum tinus is wintergroen en deViburnum bodnantense verliest ’s winters zijn blad.
Linnaeus sorteerde zijn planten en dieren weer verder in families en grotere groepen, met als grootste het rijk (Phylum): Plantenrijk en Dierenrijk. Later kwamen daar het Schimmelrijk en nog wat bacterierijken bij.
Familie
Bij welke familie een plant hoort kun je weer niet uit de Latijnse naam aflezen. Bij sommige planten is het duidelijk, zoals bij de familie van de composieten. Die hebben bloemen die eigenlijk uit een heleboel kleine bloemetjes bestaan. Denk aan het Madeliefje, waarbij de de ‘bloemblaadjes’ zo makkelijk kunt uittrekken: ‘Hij houdt wel van me, hij houdt niet van me, hij houdt wel van me..’. Alleen zijn het geen bloemblaadjes die je uittrekt, maar hele kleine bloemetjes. Het gele ‘hartje’ bestaat ook weer uit hele kleine bloemetjes. Als je met een goede loep kijkt, kun je dat ook echt zien.
De familie van de Vlinderbloemigen bestaat uit planten met bloemen die een beetje aan een vlinder doen denken. Het bekendste voorbeeld hiervan is de pronkerwt oftewel Lathyrus. Maar ook de Brem hoort daarbij en de bonenplanten. Het is handig om soorten uit die familie in je tuin te hebben, want zij zorgen ervoor dat er extra stikstof in de grond komt in een vorm die planten makkelijk kunnen opnemen.
De Rozenfamilie, waarbij ook onze appels, peren, pruimen en kersen horen, is weer belangrijk om een minder fijne reden. Er zijn enkele ziektes waarvoor een aantal geslachten van deze familie gevoelig zijn. Denk aan bacterievuur; je wil dat niet in je boomgaard krijgen. Of de beruchte Loodglansziekte bij kersen en pruimen. Appels en peren lust deze ziekte ook.
De uitspraak.
En hoe moet je dat nu uitspreken? Eigenlijk spreek je de namen uit volgens de regels van het Katholieke kerklatijn. Veel van de Nederlandse uitspraak kun je voor Latijnse namen gebruiken, dus dat is erg makkelijk: Zelfs de regels voor de C komt daar vandaan: C met een e of een i erachter wordt uitgesproken als een s; met een a, o of u erachter als een K. Als er bij meerdere lettergrepen maar 1 medeklinker tussen de klinkers staat, wordt de klinker ervoor lang. Volg je het nog een beetje, want dit is wel een beetje abstract aan het worden. Tijd voor wat voorbeelden:
Ficus spreek je dus uit als Fiekus;
Rosa spreek je dus uit als Roosaa;
Carex (Zegge) spreek je uit als Kaareks;
Viburnum als Vieburnum.
De ph wordt uitgesproken als een f: Philadelphus wordt dus Fieladelfus.
De ae wordt uitgesproken als een e: Tropaeolum wordt Troopee-oolum.
De y is wat lastig: Rhytidophylum wordt Rietiedoofielum, maar bij Symphytum wordt het Simfietum. En staat de y bijna op het einde, zoals bij Stachys, dan spreek je hem altijd uit als een i: Staggis.
Let op: Ie is geen ie, maar ie-jee. Zoals brasiliensis: braasieliejensis. Eu spreek je uit als ui. Leucojum wordt dus Luikoojum. Euonymus wordt Uijooniemus.
Let op onze g. Wij en de Schotten gebruiken een g die onder uit onze keel geschraapt wordt, maar daar zijn wij uniek in. De g en de ch spreek je eigenlijk uit als een heel zachte k. Maar dat is lastig voor ons, dus wij Nederlanders onder elkaar zeggen dan weel wel Staggis.
Niet iedereen spreekt de u uit als u. Het echte Latijn spreekt de u uit als oe. Dan zou je eigenlijk Rietiedoofieloem moeten zeggen, maar dat doet niet iedereen, zeker tegenwoordig. In het buitenland wordt dat wel vaak gedaan. Van de andere kant hebben mijn Engelse vrienden het altijd over de Vaiburnum, dus die zeggen ook u, geen oe.
Uiteraard zijn er, zoals bij elke taal, ook uitzonderingen: Tigridia zou je uit moeten spreken als Tikriediejaa, maar je spreekt het om onduidelijke redene uit als Tiekriedieja.
Waar je de klemtoon moet leggen is wat ingewikkelder. Eigenlijk moet je weten wat korte en lange lettergrepen zijn. Mensen die jaren naar de mis in de Katholieke kerk geweest zijn, hebben de uitspraak een beetje meegekregen, maar voor de rest is het gokken. Zijn er twee lettergrepen, dan ligt de klemtoon bijna altijd op de eerste lettergreep: Rósa, Málus, Pyrus. De klemtoon ligt nooit op de laatste lettergreep, dus het is Viburnum en niet Viburnum. Ook ia is kort, vandaar Tigridia, evenals Skimmia.
En Helleborus niger. Dat is eigenlijk raar, want niger betekent zwart, maar de bloem is wit. Ach ja.
En het is Tropaeolum. En japonica. En Senecio. En Sedum spectabile.
En Wingardia leviosa, niet leviosaaar…..
De plant waar rubber uit gewonnen wordt is de Rubberboom, Hevea brasiliensis
*De plant waar rubber uit gewonnen wordt is de Rubberboom, Hevea brasiliensis
Ik zou het leuk vinden als dit blog je heeft geïnspireerd. Zou je dat met mij willen delen?
Geniet je van mijn tuinverhalen en wil je ze iedere week gratis in je mailbox ontvangen?
Druk dan op de knop hieronder, zo simpel is het.