Mieren in je tuin

OK, ik ken mensen die dit blog NIET gaan lezen. Want mieren vinden ze ENG. Ze krijgen al het gevoel dat er allerlei beestjes over hun huid lopen als ze het woord mieren al horen. Heel vervelend voor ze. Dat heb ik gelukkig niet.

Want als je een tuin hebt dan kom je er niet onderuit. Vroeg of laat krijg je mieren in je tuin. Alleen als je geen tuin hebt maar een balkon dan heb je ze niet. Of als je je tuin hebt volgegooid met een plak beton of asfalt –als je geen grote plantenbakken hebt. Maar dan zit je nu te stikken van de hitte.

Iedereen  met een tuin heeft dus mieren. En als je pech hebt, dan komen ze ook nog je huis binnen, op zoek naar de suikerpot. Als ze die gevonden hebben dan heb je dat snel door. Er loopt dan een mierensnelweg tussen je tuindeur en de suikerpot. Neem je nietsvermoedend ‘s ochtends met je slaperige kop een schepje suiker in je koffie of thee, drijft er opeens een mier in. Getsie.

In deze tijd van het jaar krijg je opeens iets geks. In de buurt van je mierennesten zie je nu een heleboel zwarte, vliegende insekten. Niet een of twee, maar 50 of zo. De mieren krioelen eromheen.

Het zijn jonge koninginnemieren. Die komen nu uit het nest om de zogeheten bruidsvlucht te maken.Ze vliegen hoog de lucht in, waar ze paren met de hoogst vliegende mannetjes. En het is wel een beetje zielig: daarna is het afgelopen met de mannetjes. Na de bruidsvlucht gaan ze dood.

Tijdens die bruidsvlucht  vliegen de mieren overal heen . Ze kijken niet uitwaar ze vliegen. Ze vliegen op je tafel en ze vliegen in je haar. En soms ook in je drankje.

Mieren. De minst geliefde tuindieren op de wespen na. Nou ja, afgezien van de ratten natuurlijk.

Maar dat is niet helemaal terecht. Het zijn enorme opruimers. Je zou denken: wat maakt een zo’n klein miertje nou uit. Maar let op! Strootjes, zaden, blaadjes en dooie beesten: Beetje bij beetje worden ze afgebroken en afgevoerd. Want ze zijn met  velen en ze houden niet op voordat ze alles hebben weggewerkt. Dat is fijn, want dan hoef jij niet tussen de vliegenlijkjes te wieden.

Sommige planten gebruiken mieren als zadenverspreiders. Aan hun zaden zit een soort klein fliebeltje, het ‘mierenbroodje’. De mieren slepen die zaden mee en halen onderweg het mierenbroodje er af. Dan laten ze het zaadje vallen. Op een andere plek dan waar de moederplant stond. En dat was precies de bedoeling! De plant kan achteroverleunen want de mieren doen het werk. In Nederland maken ongeveer 200 plantensoorten van deze ‘service’ gebruik, waaronder het bekende Sneeuwklokje, het Komkommerkruid, de Stinkende Gouwe en de Bosanemoon.

Maar mieren doen ook minder leuke dingen. Om aan hun suikerbehoefte te komen, kweken ze luizen. Bladluizen. Precies, die groene en zwarte beestjes die op je rozenknoppen zitten en de sappen uit je planten zuigen. Nou ja, ik zeg kweken, maar ze kweken ze niet echt. Ze beschermen ‘hun’ luizen alleen maar tegen insekten die wel een luisje lusten, zoals Gaasvliegen.

Dat kun je goed zien, in het voorjaar. Er zitten dan luizen op je rozen en de mieren lopen af en aan. En sommige mieren houden duidelijk de wacht. Het schijnt dat ze zelfs luizen in hun nest laten overwinteren, zodat ze het voorjaar erop weer genoeg luizen hebben. Daar zit jij natuurlijk niet op te wachten, op al die luizen in de rozen. Het liefst heb je helemaal geen luizen. Gelukkig eten de mezen in de tijd dat hun jongen eten nodig hebben ook een heleboel luizen en die zijn te groot voor de mieren om weg te jagen.

Ik doe niks tegen mieren en mijn tuin is toch geen groot mierennest. Het schijnt dat padden ook wel een flink aantal mieren lusten. En: Sommige  mierensoorten willen absoluut niet bij elkaar in de buurt zitten en die voeren dan net zolang oorlog totdat er maar 1 nest over is. Dat scheelt ook in het aantal nesten. En er zijn spinnen die precies op mieren lijken die ook een niet onaanzienlijk aantal mieren verorberen.

Waar ik meestal geen last van heb is mieren in huis. Heel af en toe komen ze binnen. De mieren die binnen zijn die gaan eraan, ik ben daar zeer hard in. Buiten mogen ze hun gang gaan, binnen zijn ze verboden. Maar voordat ik ze doodtrap, zoek ik eerst uit waar ze binnenkomen. Vervolgens pak ik de fles vloeibare zeep en smeer ik die ingangsplekjes in met een overdosis pure zeep. Na een dag haal ik de zeep van de vloer. Meestal is het probleem dan over, maar soms moet ik de behandeling een keer herhalen. Deze oplossing is niet geschikt voor parket met was, want de zeep bijt nogal. Is je parket gelakt, dan kan het wel.

Met mieren valt dus best te leven. En ergens zijn het nog leuke beestjes ook. Het is heerlijk om lekker even niets te doen en dan al luierend te kijken hoe de mieren zich uit de naad werken. Dan voel ik me echt een beetje op vakantie. In mijn eigen tuin.

N.B. De teksten op deze site, inclusief dit blog, zijn door mijzelf of José geschreven en mogen niet gebruikt worden zonder voorafgaande toestemming, ook niet om AI te trainen. 

Dit klinkt harder dan ik bedoel, maar ik weet niet hoe ik moet zeggen dat je dat best wel met iemand mag delen, maar dat helaas Facebook tegenwoordig een no-no is sinds ze hun voorwaarden hebben aangepast. Grrr.

Ik zou het leuk vinden als dit blog je heeft geïnspireerd. Zou je dat met mij willen delen?

Geniet je van mijn tuinverhalen en wil je ze iedere week gratis in je mailbox ontvangen?
Druk dan op de knop hieronder, zo simpel is het.

Facebook
Pinterest

Eén reactie

  1. Dankjewel voor alle blogs. Ik lees ze met plezier.
    Deze over de mieren vind ik heel leuk. Mijn tuin, die een beetje op een wildernis begint te lijken, stikt van de mieren. Ik heb regelmatig ruzie met ze als ik op mijn knieën aan het tuinieren ben. Ze bijten behoorlijk maar dat is dan jammer voor mij.
    Nogmaals bedankt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *