Even ter herinnering: Als eerste kreeg ik deze Koffievraag (beetje ingekort) binnen:
Onze dochter is gaan wonen in een nieuwbouwproject in Zeeland.
Heerlijke kleigrond : je komt er niet doorheen als het nat is en ook niet als het droog is.
Denk je dat er een manier is om de kleigrond alvast zelf te bewerken?
Heb jij ervaring met kleigrond, of een tip om toch zelf een begin te kunnen maken?
Vorige week heb ik gehad over de makke die de nietsvermoedende, trotse, kersverse bezitter van een nieuwbouwhuis-met-tuin wacht als zij de sleutel in ontvangst neemt.
Die makke geldt voor ALLE nieuwbouwtuinen, dus niet alleen die op klei. Klei maakt het alleen maar een graadje erger. Dus mijn eerste advies was: ga niet zelf je rug verknallen, maar huur iemand in voor het eerste, zware werk.
Dan heb je de eerste makke verholpen. Bij een ‘normale’ tuin ben je nu aardig uit de brand, maar met kleigrond nog niet. Want hoe je het ook went of keert, kleigrond is niet erg makkelijk om te bewerken.
Dat wist mijn vader ook toen hij zijn volkstuin kocht in 1963. De volkstuin was geen dichtgereden nieuwbouwtuin. Het was ook officieel geen kleigrond, maar veengrond.
Maar mijn vader had toen al een aantal jaren achter de kiezen als tuinman en hovenier bij de Gemeente Amsterdam en wist inmiddels beter. Officieel was het veengrond, maar in de praktijk waren het laagjes veen afgewisseld met laagjes klei. Dat vereiste drastische maatregelen.
Nu was de hoveniersopleiding van toendertijd een stevige opleiding met behoorlijk wat bodemkunde. En daar had mijn vader geleerd dat je kleigrond kon verbeteren door het mengen met uitgerijpte organische stof. Daar kun je compost en bladaarde voor laten aanvoeren, maar in die tijd werden hoveniers erg karig betaald en daarvoor was geen geld.
Maar, wist mijn slimme vader, dat hoefde ook niet. Die organische stof had hij al voorhanden, dat waren die veenlaagjes. Dus mijn vader regelde een steekschop ofwel spade, stroopte zijn mouwen op en begon de hele handel door te spitten. Tot 60 cm diepte. Met de hand. Alle 200 vierkante meters. Dat kreeg hij natuurlijk niet in een dag af, daar is hij een seizoen mee bezig geweest.
Maar daarna had hij ook wat. Goede grond. Geen verrassing in de vorm van een zware kleilaag als hij een boom ging planten. Geen waterproblemen meer. En alle planten die hij neerzette groeiden als kool.
Als je een kleigrond hebt, heb je die organische stof doorgaans niet zo een-twee-drie voorhanden. Dus dan moet je het anders aanpakken. Je kunt zelf gaan composteren. Of dat handig is, hangt een beetje van de grootte van je tuin af.
Je kunt b.v. makkelijk bladaarde zelf maken en de grondstof daarvoor krijg je door in de herfst – nu dus – aan je buren te laten weten dat jij graag al die afgevallen blaadjes uit hun tuin wil hebben. Verzamel alles in een composteerbak, spit de handel een paar keer om met een spitvork en na een jaar heb je al een heel aardige bladcompost. Zie ook de foto bovenaan met links het blad en rechts de bladaarde.
Gaat dat je te langzaam of heb je een te kleine tuin, regel dan een big bag compost of bladaarde. Of twee. Als je die in een laag op je klei aanbrengt en die een tijdje laat liggen, dan kun je dat na een paar maanden door de klei spitten of doorfrezen.
Wat je in GEEN GEVAL moet doen is je kleigrond ‘verbeteren’ met teelaarde of tuinaarde. Dat is net russische roulette. Dat kan goed gaan, maar kan je grond ook slechter maken. Hou je bij verbeteren met organische stof, dat is veiliger.
Na al die werkzaamheden heb je al een leuk beginnetje en kun je zonder je rug te breken gaan planten. Door al die organische stof kunnen de wormen komen om je grondje nog wat beter te maken. Als dan na een paar jaar je eerste molshoop verschijnt, is het tijd voor een feestje. Dan weet je helemaal dat je goed zit.
N.B. De teksten op deze site, inclusief dit blog, zijn door mijzelf of José geschreven en mogen niet gebruikt worden zonder voorafgaande toestemming, ook niet om AI te trainen.
Dit klinkt harder dan ik bedoel, maar ik weet niet hoe ik moet zeggen dat je dat best wel met iemand mag delen, maar dat helaas Facebook tegenwoordig een no-no is sinds ze hun voorwaarden hebben aangepast. Grrr.
Ik zou het leuk vinden als dit blog je heeft geïnspireerd. Zou je dat met mij willen delen?
Geniet je van mijn tuinverhalen en wil je ze iedere week gratis in je mailbox ontvangen?
Druk dan op de knop hieronder, zo simpel is het.









